met de invoering van het wetsartikel adolescentenstrafrecht  in 2014 werd het mogelijk om 18 tot 23 jarigen te berechten volgens het jeugdstrafrecht. Dat betekent dat psychiaters en psychologen die doorgaans volwassenen beoordeelden  op de hoogte moeten zijn van deze mogelijkheid en de condities waaronder, dus in staat moeten zijn om de ontwikkelingsleeftijd te bepalen en te communiceren met relatief jeugdigen.

Sinds die datum wordt een Pro Justitia rapporteur bij dit soort verdachten de vraag voorgelegd of er uit het onderzoek geestvermogens argumenten naar voren zijn gekomen voor toepassing van het jeugdstrafrecht.

Het blijkt dat het adolescentenstrafrecht bij veel rapporteurs nog steeds de nodige vragen oproept. Ze vinden het lastig om het onderzoek vorm te geven en om de vraag naar wel/niet toepassen jeugdstrafrecht te beantwoorden. Het gebruik van de wegingslijst ASR blijft voor velen ook een lastige zaak.