Palliatieve zorg is de zorg die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van problemen van fysieke, psychische, sociale en spirituele aard. Gedurende het beloop van de ziekte of kwetsbaarheid heeft palliatieve zorg oog voor het behoud van autonomie, toegang tot informatie en keuzemogelijkheden (Kwaliteitskader Palliatieve zorg, 2017).

Door de vooruitgang van de medische wetenschap en door de vergrijzing neemt het aantal mensen met een of meer chronische ziekten toe. De behoefte aan palliatieve zorg zal daarmee ook toenemen (IKNL, 2014). Eerst werd palliatieve zorg alleen nog geassocieerd met oncologische zorg. Er is steeds meer bewustwording dat bij mensen met één of meer chronische aandoeningen zoals hartfalen, COPD en dementie op bepaald moment ook enige vorm van palliatieve zorg nodig is.

Een toenemend aantal mensen zal deze vorm van zorg op verschillende plaatsen ontvangen. Bijvoorbeeld in de eigen thuissituatie, in een verpleeghuis, instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, instelling voor psychiatrie, in een hospice of ziekenhuis.

Palliatieve zorg is veel meer dan alleen de terminale fase. Het kan al vroeg in het ziekteverloop aan de orde zijn, in combinatie met therapieën die levensverlengend en ziektegericht zijn.

Palliatieve zorg bestaat uit vier domeinen, te weten het psychisch, sociaal, spiritueel en fysiek domein. Op al deze domeinen valt veel te leren. Deze module richt zich niet zo zeer op ziektebeelden, maar op de symptomen die veel voorkomen in de palliatieve fase en symptoommanagement.

Doel van de scholing is kennisbevordering over de algemene principes van palliatieve zorg en leren werken met de methodiek van signalering in de palliatieve fase.

Doelstellingen:

Na het doorlopen van deze module:

•             Heeft de student kennis van de uitgangspunten en kenmerken van palliatieve zorg.

•             Heeft de student kennis van veel voorkomende symptomen in de palliatieve fase.

•             Past de student de methodiek “signalering in de palliatieve fase” toe op de situatie van een palliatieve zorgvrager.

•             Stemt de student de zorgverlening af (en communiceert dit) met de zorgvrager en naaste en met andere zorgverleners.

•             Is de student in staat een zorg(leef)plan op te stellen voor een palliatieve zorgvrager vanuit de vier dimensies van de palliatieve zorg.