Inhoud
De basiscursus cognitief gedragstherapeutisch werker is opgezet conform de richtlijnen van de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie (VGCt) en bestaat uit 48 contacturen. Deze zijn verdeeld over 8 dagen van 6 uur. In de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod:
Kennis van het cognitief gedragstherapeutisch proces;
Leertheorie relevant voor de klinische praktijk (klassieke en operante conditionering en het cognitieve model);
Maken van analyses over de oorzakelijke en in stand houdende factoren van probleemgedrag (holistische theorie, functie- en betekenisanalyses, casusconceptualisatie);
Het toepassen van basistechnieken van de cognitieve gedragstherapieleren uitvoeren van verschillende basistechnieken
Het aangaan en onderhouden van een adequate therapeutische werkrelatie
behandeling van enkele veelvoorkomende stoornissen
Er wordt geoefend met de volgende stappen van het gedragstherapeutisch proces: inventarisatie van de problematiek, verklarende diagnostiek (met behulp van functie- en betekenisanalyses), kiezen van het te bewerken probleemgebied, opzetten van registratieopdrachten, en uitvoeren van veel gebruikte modificatieprocedures bij verschillende klachtenbeelden. De volgende interventies komen aan bod: vaardigheidstraining (ontspanningsoefeningen, zelfcontroleprocedures, sociale vaardigheidsprocedures), exposure (interoceptief, imaginair, in vivo), gedragsactivatie, en cognitieve herstructurering (socratische dialoog, gedragsexperimenten).
Werkwijze
De nadruk ligt uitdrukkelijk meer op training in het toepassen van vaardigheden dan op discussie en/of min of meer passieve kennisoverdracht.
Doelstellingen
Na afloop van de cursus:
Heeft de cursist inzicht en basisvaardigheid in de cognitief gedragstherapeutische manier van denken;
Kan de cursist leermodellen in de praktijk toepassen;
Kan de cursist het cognitief gedragstherapeutische proces toepassen;
Kan de cursist betekenisanalyses, functieanalyses opstellen;
Kan de cursist op basis van functieanalyses, betekenisanalyses en hulpvraag, interventies beargumenteren en een bijdrage leveren aan een individueel behandelplan;
Kan de cursist onder supervisie cognitieve gedragstherapeutische interventies uitvoeren in de praktijk;
Kan de cursist een adequate werkrelatie aangaan en onderhouden.