De nascholing bestaat uit een training waarin bedrijfs- en verzekeringsartsen leren over hoe ze persoonsgebonden factoren beter kunnen betrekken bij de begeleiding en beoordeling van chronisch zieke werkenden. Onder persoonsgebonden factoren verstaan we alle cognities en percepties van de werkende met betrekking tot zijn of haar ziekte en werk. In de training staan 10 persoonsgebonden factoren centraal:

1. Perceptie van algehele gezondheid
2. Optimisme/pessimisme
3. Catastroferende gedachten
4. Verwachtingen t.a.v. herstel/terugkeer naar werk
5. Zelfvertrouwen
6. Perceptie van werkgebondenheid van problematiek
7. Angst-ontwijkende overtuigingen
8. Coping
9. Gevoel van controle
10. Motivatie

De training neemt ongeveer een dagdeel in beslag en bestaat uit vier onderdelen:
Deel 1: Het belang van persoonsgebonden factoren voor werkparticipatie
Hier krijgen bedrijfs- en verzekeringsartsen informatie over welke persoonsgebonden factoren de werkparticipatie kunnen beïnvloeden.
Deel 2: Hoe kan informatie over persoonsgebonden factoren worden verkregen?
Hier krijgen bedrijfs- en verzekeringsartsen informatie over de gesprekstool die ontwikkeld is om te helpen bij het verkrijgen van persoonsgebonden informatie tijdens het spreekuur. Tevens krijgen ze informatie over welke indicatoren kunnen wijzen op de aanwezigheid van belemmerende en bevorderende persoonsgebonden factoren.
Deel 3: Het verloop van het gesprek over persoonsgebonden factoren
Hier krijgen de bedrijfs- en verzekeringsartsen informatie over welke belangrijke voorwaarden er zijn voor het voeren van een gesprek over persoonsgebonden factoren en over welke factoren het verloop van het gesprek kunnen beïnvloeden.
Deel 4: Overzicht van interventies
Hier krijgen de bedrijfs- en verzekeringsartsen informatie over welke interventies ingezet kunnen worden om bevorderende persoonsgebonden factoren te stimuleren en te interveniëren op belemmerende persoonsgebonden factoren.

De training bestaat uit klassikaal onderwijs in combinatie met individuele opdrachten, opdrachten in duo’s en groepsopdrachten.
De training zal worden gegeven aan een groep van ongeveer 7 á 8 bedrijfs- en verzekeringsartsen. Er is geen huiswerk of e-learning verbonden aan de training.

Het algemene leerdoel:

• Bedrijfs- en verzekeringsartsen zijn in staat om persoonsgebonden informatie van de werkende te betrekken bij de begeleiding en beoordeling van deze werkende.

Kennisleerdoelen:

• De cursist kent de 10 persoonsgebonden factoren en de invloed van deze factoren op de werkparticipatie.
• De cursist weet dat informatie over persoonsgebonden factoren het beste tijdens spreekuren kan worden verkregen en weet welke vragen hiervoor gesteld kunnen worden.
• De cursist kent voorbeelden van indicatoren die kunnen wijzen op bevorderende en belemmerende persoonsgebonden factoren.
• De cursist kent de gesprekstool.
• De cursist kent belangrijke voorwaarden voor het voeren van en belangrijke positieve en negatieve invloeden op het verloop van een gesprek over persoonsgebonden factoren.
• De cursist kent voorbeelden van interventies die de werkparticipatie van cliënten met belemmerende persoonsgebonden factoren kunnen bevorderen.

Vaardigheidsleerdoelen:

• De cursist is in staat om de gesprekstool te gebruiken tijdens het gesprek en is in staat om deze in te vullen na afloop van het gesprek.
• De cursist is in staat om belemmerende en bevorderende factoren te herkennen bij de cliënt aan de antwoorden die de cliënt geeft of aan het verhaal wat de cliënt vertelt.
• De cursist weet hoe hij/zij in kan spelen op bepaalde voorwaarden, positieve en negatieve invloeden om het gesprek beter te laten verlopen.
• De cursist is in staat om zijn/haar begeleidingsplan (plan van aanpak) aan te passen en passende interventies aan te bieden indien er belemmerende persoonsgebonden factoren aanwezig zijn bij de cliënt.
• De cursist is in staat om rekening te houden met persoonsgebonden factoren bij beoordeling van de functionele mogelijkheden.