Opbouw:

De cursus bestaat uit de volgende onderdelen die op het deelcertificaat afzonderlijk worden gewaardeerd:

1. Theorie: Basis van de psychobiografische zorgtheorie

   Praktijk: Uitgangssituatie in kaart brengen op je werklocatie met betrekking tot imprintingstijd en het milieu waaruit je cliënten komen.

2. Theorie: Collectieve vormingsgeschiedenis (leven van alledag, tijdgeest)

   Praktijk: Mogelijkheden voor diffuse impulsen met betrekking tot milieu en normaliteit dagelijks leven van de cliënten / bewoners van je werklocatie.
3. Theorie: Procescirkel volgens Böhm, probleemstelling, biografie opstellen
   Praktijk: Opstellen van een thymopsychische (gevoels) biografie

4. Theorie: Het thymopsychische normaliteitsprincipe

5. Theorie: Algemene leefmilieu vormgeving, Normaliteit van alledag, dagstructuur, oriëntering, etc.

Leerdoelen algemeen:

Een inleiding in de terminologie van de psychobiografische verpleegtheorie vormt de basis. De deelnemer aan de deelcursus moet verder kennis hebben genomen over het ingeprente dagelijks leven (eerste 25 jaar van het leven) van de huidige bewoners, deze in een psychobiografie in kaart hebben gebracht en in staat zijn om het principe van psychobiografische normaliteit toe te passen in de dagelijkse zorg. De deelnemer maakt kennis met de procescirkel volgens Böhm en leert zinvolle activiteiten en dagindeling uit de individuele psychobiografie af te leiden.