Deze scholing moet voor zowel de jeugdartsen als -verpleegkundigen een praktische bijeenkomst worden. Allereerst wordt gestart met een presentatie over voedselallergie en -introlerantie; een medische invulling door een kinderarts. Op deze manier heeft iedereen de kennis weer paraat. De bijeenkomst vervolgen we met een presentatie van een dietist; zij vertelt wat de voedingskundige adviezen zijn. Hoe zijn de introductieschema's voor pinda en kippenei opgebouwd? Tot slot brengen we de opgedane kennis in de praktijk met een casus. Hoe informeer je de ouders, hoe vertel je ze waarom het juist wel belangrijk is om allergenen te introduceren.

• De deelnemer is in staat onderscheid te maken tussen voedselallergie en voedselintolerantie.
• De deelnemer heeft inzicht in de mechanismen die ten grondslag liggen aan het ontstaan van voedselallergie en voedselintolerantie.
• De deelnemer is in staat factoren te benoemen die van invloed zijn op het ontstaan van voedselallergie en voedselintolerantie.
• De deelnemer is in staat een (vermoeden van) voedselallergie te signaleren.
• De deelnemer is op de hoogte van de richtlijnen ‘Voeding en eetgedrag’ en ‘Voedselovergevoeligheid’.
• De deelnemer is in staat de richtlijn naar eigen professioneel inzicht te hanteren.
• De deelnemer heeft inzicht in het herkennen van licht ,matig en ernstig eczeem.
• De deelnemer is op de hoogte van het introductieschema pinda en kippenei.
• De deelnemer is in staat het introductieschema in de praktijk toe te passen