Opleidingen details Stichting Farmaceutisch Onderwijs Limburg SFOL / secretariaat
SFOL-Medicatiebeoordeling-vervolgcyclus 2019/2020 (ID nummer: 358055)
 (55) 

Beoordeling per persoon

 29-5-2020
 29-5-2020
 26-5-2020
 9-4-2020
 27-2-2020
 27-2-2020
 27-2-2020
 24-2-2020
 24-2-2020
 19-2-2020
 19-2-2020
 19-2-2020
 28-1-2020
 22-12-2019
 16-12-2019
 16-12-2019
 14-12-2019
 14-12-2019
 14-12-2019
 9-12-2019
 9-12-2019
 9-12-2019
 9-12-2019
 9-12-2019
 3-12-2019
 26-11-2019
 12-11-2019
 6-11-2019
 6-11-2019
 3-11-2019
 3-11-2019
 2-11-2019
 1-11-2019
 1-11-2019
 1-11-2019
 9-10-2019
 26-9-2019
 25-9-2019
 23-9-2019
 22-9-2019
 19-9-2019
 19-9-2019
 19-9-2019
 19-9-2019
 19-9-2019
 20-8-2019
 20-8-2019
 14-8-2019
 13-8-2019
 13-8-2019
 12-8-2019
 12-8-2019
 12-8-2019
 28-7-2019
 28-7-2019
Nascholing met (fysieke) bijeenkomst(en)/ accreditatie per bijeenkomst
CategorieGeaccrediteerde puntenAccreditatieperiode
Scholing vakinhoudelijk OA6,51-5-2019 t/m 30-4-2020
StiPCO6,51-1-2019 t/m 31-12-2019
StiPCO6,51-1-2020 t/m 31-12-2020
Als u als professional deze cursus gevolgd heeft dan wordt de presentie ingegeven door de opleider.

De SFOL-Medicatiebeoordeling-vervolgcyclus 2019/2020 met zes losse cursusdagen en per cursusdag geaccrediteerd:


Cursusdag 1.

Titel:

Medicatiebeoordeling bij de ouder wordende hiv-patiënt met multimorbiditeit.   

Omschrijving cursusdaginhoud:

Tijdens deze cursus leert men welke belangrijke rol de eerstelijnszorg kan spelen in de voorheen ‘specialistische’ behandeling van de ouder wordende hiv patiënt.

Als inleiding worden de ontwikkelingen en huidige stand van zaken rondom combinatie antiretrovirale therapie (cART) doorgenomen, waarbij wordt ingegaan op de korte en lange termijn bijwerkingen van de therapie. Er wordt besproken welke co-morbiditeiten hiv-patiënten ontwikkelen. Voor deze comorbiditeiten wordt co-medicatie voorgeschreven. Men leert een praktisch werkwijze om interacties van co-medicatie met hiv-medicatie op adequate wijze af te handelen, waarbij tevens kennis rondom farmacokinetiek- en dynamiek van hiv-medicatie wordt vergroot.  

Vervolgens wordt ingegaan op de psychosociale aspecten van mensen die leven met hiv. Een belangrijke ontwikkeling in hiv-preventie is het beschikbaar komen van pre-expositie profylaxe (PrEP). Tijdens de cursus zal vanuit de wetenschappelijke inhoud de effectiviteit/veiligheidsbalans van PrEP worden opgemaakt. In een groepsdiscussie wordt de mening van cursisten gevraagd  rondom het beschikbaar komen van PrEP en de maatschappelijke rol van de apotheker hierin.

De opgedane kennis wordt vervolgens toegepast op casuïstiek, waarbij cursisten een medicatiereview uitvoeren bij een hiv-patiënt met multimorbiditeit.

Leerdoelen:

  1. Achtergrond van de pathofysiologie van het Humaan immunodeficiëntie virus (Hiv).
  2. Kennis en begrip van de mechanismen van antivirale medicatie, hoe de therapiekeuze tot stand komt en wat de bijwerkingen zijn.
  3. Farmacokinetiek en farmacodynamiek in relatie tot therapie(on)trouw.
  4. Kennis en begrip van veelvoorkomende co-morbiditeiten bij de ouder wordende hiv-populatie.
  5. Het beoordelen van interacties van hiv-medicatie met co-medicatie.
  6. Begrip van psychosociale aspecten bij hiv-patiënten.
  7. Kennis en begrip van pre-expositie profylaxe (PrEP)
  8. Praktische voorbeelden waarbij de openbare apotheker een rol kan spelen in het verbeteren van farmaceutische zorg voor hiv-patiënten.
  9. Het toepassen van bovenstaande bij het uitvoeren van medicatiereviews bij hiv-patiënten.

Docent & Functie:

Bastiaan Sallevelt, in opleiding tot ziekenhuisapotheker (UMC Utrecht) met promotie-onderzoek naar het effect van medicatiereviews op ziekenhuisgerelateerde opnamen.

Van september 2014 – maart 2016 was hij werkzaam bij Mediq Apotheken als programmamanager hiv-zorg. Gedurende deze periode heeft hij onderzoek gedaan naar verbeteringen in de eerstelijns apotheekzorg voor hiv-patiënten en heeft hij zijn bevindingen op diverse manieren mogen delen (posterpresentatie Netherlands conference on HIV pathogenesis, epidemiology, prevention and treatment (NCHIV), presentatie KNMP congres, nascholingen apothekers Amsterdam, publicatie Pharmaceutisch Weekblad, publicatie hiv patiëntenblad ‘Hello Gorgeous’). Tevens heeft hij in 2016 zes weken een project uitgevoerd ter bevordering van medicatiebewaking rondom hiv-medicatie in het Diakonessenhuis te Suriname.

Cursusdag 2.

Titel:

Klinisch toepassen van psychofarmaca in de eerste lijn.

Omschrijving cursusdaginhoud:

Tijdens deze cursusdag wordt aandacht besteed aan de toepassing van psychofarmaca in de eerste lijn, waarbij de nadruk ligt op antipsychotica en antidepressiva.

Antidepressiva staan centraal en er wordt ruim aandacht besteed aan alle aspecten omtrent de toepassing van antidepressiva: de effectiviteitsdiscussie, de bijwerkingen, het op- en afbouwen, switchen, augmenteren, serotoninesyndroom en het combineren van middelen bij verschillende indicaties.

In de eerste lijn bestaan er vaak veel misvattingen over psychofarmaca. De apotheker kan als geneesmiddeldeskundige hierbij grote meerwaarde hebben.

Leerdoelen

  1. Kennis van farmacologie, farmacodynamiek en farmacokinetiek van veelgebruikte psychofarmaca.
  2. Kennis van de NHG standaard depressie en de lacunes hiervan op medicamenteus vlak, waarin de apotheker een belangrijke rol kan vervullen.
  3. In staat zijn gedegen advies te geven over het kiezen van antidepressiva voor de individuele patient en op populatieniveau op grond van effectiviteit en bijwerkingen.
  4. Het kunnen adviseren over het combineren en augmenteren van psychofarmaca.
  5. Op-, afbouw- en switchschema’s op kunnen stellen op basis van farmacokinetiek, farmacodynamiek, risico op onttrekkingsverschijnselen en relevante FPZ-aspecten.

Docent & functie:

C.F. Ebbelaar MSc, apotheker, klinisch onderzoeker, arts i.o. Universitair docent. Afd. Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie, Universiteit Utrecht.

Cursusdag 3.

Titel:

Klinisch adviseren over antibiotica in de eerste lijn.

Omschrijving cursusdaginhoud:

Hoewel Nederland in het algemeen spaarzaam met antibiotica omgaat, worden deze middelen veel voorgeschreven in de eerste lijn. De keuze om wel of niet te behandelen begint met een aantal essentiële vragen, zoals de ernst van de infectie, het te verwachten beloop en de lokalisatie. Antibiotica worden meestal als kuur gebruikt, maar worden vooral bij ouderen ook chronisch voorgeschreven, bijvoorbeeld bij recidiverende urineweginfecties. Hier zijn echter ook risico’s aan verbonden, zoals het optreden van neuropathie bij nitrofurantoïne. Daarnaast is er een risico op selectieve groei van ongevoelige micro-organismen, zoals clostridium difficile. Daarom is het belangrijk om het chronisch gebruik van antibiotica periodiek te evalueren. Bij patiënten met multimorbiditeit en een allergische constitutie kan vanwege polyfarmacie de keuze voor een antibioticum lastig zijn. Vaak komt men dan niet uit met het middel van eerste keuze en moet er een alternatief worden gekozen. Dit dient echter weloverwogen te worden gedaan, waarbij rekening gehouden dient te worden met de meest voorkomende verwekkers, het spectrum dat gedekt wordt door het antibioticum en interacties met andere medicatie. In deze cursus wordt achtergrondinformatie gegeven over de belangrijkste pathogenen in de eerste lijn, het werkingsmechanisme en spectrum van antibiotica en de toepassing ervan in relatie tot polyfarmacie. Er wordt besproken hoe de apotheker tot een weloverwogen microbiologisch advies komt. Tevens wordt er dieper ingegaan op veelvoorkomende infecties in de eerste lijn, namelijk urineweginfecties, huidinfecties en infecties van de luchtwegen.

Leerdoelen:

  1. Kennis van de verschijnselen van infecties en ontstekingen en de morfologische verschijnselen hiervan.
  2. Kennis van de manier waarop de belangrijkste ziekteverwekkers weefsels beschadigen. Begrip waarom de diverse ziekteverwekkers verschillende morfologische reacties oproepen.
  3. Kennis van de behandeling en meest voorkomende verwekkers van een aantal veel voorkomende bacteriële huidinfecties: folliculitis, furunkel, karbonkel, impetigo, erysipelas en cellulitis.
  4. Indicaties voor het chronisch gebruik van antibiotica bij huidinfecties en de periodieke evaluaties hiervan.
  5. Kennis van de  belangrijkste verwekkers en behandeling van de belangrijkste luchtweg- en KNO infecties zoals faryngitis, otitis media, sinusitis, laryngitis (subglottica),  bronchitis, bronchiolitis, pneumonie, influenza, en kinkhoest.
  6. Rol van chronische toepassing van antibiotica bij luchtweginfecties (o.a. azitromycine bij COPD en IgA-deficiënties)
  7. Kennis van de belangrijkste verwekkers en de behandeling van urineweginfecties en pyelonefritis.
  8. Adviseren over de zin en onzin van het chronisch gebruik van antibiotica bij urineweginfecties.
  9. Adviseren over de keuze voor een antibioticum op basis van ziektelokalisatie, ernst van de infectie, spectrum van het antibioticum en meest waarschijnlijke verwekker in relatie tot comedicatie en multimorbiditeit.

Docent & functie:

Dhr. C.F. Ebbelaar MSc, apotheker, klinisch onderzoeker, arts i.o., universitair docent. Afd. Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie, Universiteit Utrecht.

Cursusdag 4.

Titel:

Transmurale Farmaceutische Zorg

Omschrijving cursusdaginhoud:

Patiënten die onder behandeling zijn bij een specialist ontvangen farmaceutische zorg deels binnen en deels buiten het ziekenhuis. De financieringsstructuur bepaalt hierbij of de farmaceutische zorg intramuraal of extramuraal wordt geleverd. Aan de apothekers in de eerste en tweede lijn de schone taak om samen de farmaceutische zorg aan de patiënt volledig in te vullen. In deze cursus wordt stilgestaan bij aan aantal specialistische farmaceutische behandelingen die voornamelijk in de thuissituatie plaatsvinden. Aan de hand van het NVZA-zorgpad bespreken we de specialistische farmaceutische patiëntenzorg aan oncologische patiënten en patiënten die intraveneuze medicatie thuis krijgen toegediend. Door middel van casuïstiek en discussie verkennen we de afbakening tussen de farmaceutische zorg door de apotheker van het ziekenhuis en openbaar apotheker en ontdekken we waar we elkaar kunnen aanvullen.

Leerdoelen:

1.           Herkennen van geneesmiddel(groepen) die overgeheveld zijn naar ziekenhuisbudget.

2.           Bekendheid met de NVZA-zorgpaden voor specialistische farmaceutische zorg.

3.           Aan de hand van het NVZA-zorgpad Oncologie inzicht in:

  • enkele veel voorkomende oncologische behandelplannen en de daarbij gebruikte oncologische, hormonale en ondersteunende medicatie;
  • medicatieverificatie, medicatiebewaking en medicatieoverdracht bij specialistische farmaceutische zorg;
  • herkennen en behandelen van bijwerkingen van oncologische medicatie.

4.           Thuisbehandeling met intraveneuze antibiotica en de impact ervan in de eerste lijn.

5.           Thuisbehandeling met parenterale voeding en de impact ervan in de eerste lijn.

Docenten & Functie:

Mw. Loes Ariaans-Silkens, poliklinisch apotheker VieCuri Medisch Centrum met aandachtsgebieden:

•             Medicatieoverdracht bij opname en ontslag door de apotheek;

•             TransferSteunPunt (TSP).

Dhr. Sander Bouwman, ziekenhuisapotheker VieCuri Medisch Centrum met aandachtsgebieden:

•             Klinisch-farmaceutische dienstverlening;

•             Therapiegebieden: anesthesie, antistolling, cardiologie, chirurgie, infectieziekten, intensive care, spoedeisende hulp, toxicologie, orthopedie, urologie, psychiatrie;

•             Elektronisch voorschrijfsysteem (EVS);

•             Geautomatiseerde geneesmiddelendistributie (GDS);

•             Medicatieveiligheid.

Cursusdag 5.

Titel:

Geriatrie en de medicatiebeoordeling.

Omschrijving cursusdaginhoud:

De cursusinhoud van deze dag bestaat uit het onderwerp geriatrie. Behandeling van de NHG richtlijnen Delier, Urineweginfecties, en Duizeligheid. Daarnaast ook de Multidisciplinaire Richtlijn Mondzorg van Verenso. Deze richtlijnen hebben vooral betrekking op ouderen; de belangrijkste doelgroep van de medicatiereview en de grootste gebruikers van medicatie in de apotheek.  Alle medicatie wordt doorgenomen, de bijbehorende bijwerkingen, alsook de mogelijke klachten en behandelrichtlijnen. Hierbij wordt met name ook gekeken naar deze behandelingen in het kader van de levensverwachting en de noodzaak om preventief te handelen. Als derde worden huidaandoeningen bij ouderen besproken, inclusief achtergronden en toepassing van medicatie daarbij. Later tijdens de cursusdag volgt uitgebreide casuïstiek en ervaring opdoen met het toepassen van de besproken stof. Bij het steeds ouder worden van de apotheekpopulatie zijn deze onderwerpen belangrijk om goed te beheersen. De apotheker kan zijn toegevoegde waarde als zorgverlener in deze groep dan waarmaken.

Leerdoelen:

  1. Kennis van de NHG richtlijn die veelal betrekking hebben op ouderen, zoals Urineweginfecties, Delier en Duizeligheid.
  2. Kennis en begrip van de MDR richtlijn Mondzorg van de vereniging van specialisten  ouderenzorg.
  3. Als laatste komen huidaandoeningen bij ouderen aan de orde zoals pruritis senilis, decubitus en herpes zoster.
  4. Geneesmiddelbeoordeling uitvoeren door de standaard toe te passen en hiervan onderbouwd af kunnen wijken/begrijpen wanneer er bewust van afgeweken wordt.
  5. Begrip en relevantie van veelvoorkomende bijwerkingen en kwalen bij ouderen; Achtergrond begrijpen van de (medicatie)problematiek die bij ouderen voorkomt en deze correct situationeel kunnen afhandelen in relatie tot de gebruikte medicatie.
  6. Goede medicamenteuze beslissingen op basis van nieuwe standaarden en inzichten nemen.
  7. Uitvoeren van medicatiereview op basis van episodelijst, ervaren bijwerkingen, levensverwachting labwaarden en medicatieprofiel.

Docent & functie:

Dr. Jan Riezebos, daags na het behalen van zijn apothekersdiploma in 1988 is hij begonnen met zijn promotie-onderzoek onder begeleiding van prof. dr. A.J. Porsius. Na het behalen van de doctorsgraad in 1992 is nog enige onderzoekservaring opgedaan als research fellow aan het St. George’s Hospital Medical School te London (UK). Vanaf 1994 is Jan Riezebos werkzaam geweest als praktiserend openbaar apotheker in diverse apotheken, waarvan de laatste 16 jaar als zelfstandig apotheker. Naast zijn werkzaamheden in de openbare apotheek is hij (ook sinds 1994) als docent verbonden aan de afdeling Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie van het departement Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Tevens verzorgt hij (farmacotherapie)onderwijs binnen de KNMP vervolgopleiding tot openbaar apotheker en is hij docent voor enkele cursussen van het nascholingsinstituut PAOFarmacie.

Cursusdag 6.

Titel:

Farmacogenetica; implicaties bij polyfarmacie.

Omschrijving cursusdaginhoud:

Tijdens deze cursus leert men hoe genetische variatie kan leiden tot zeer uiteenlopende afbraak van geneesmiddelen in het lichaam, alsmede het effect dat dit kan hebben op de werking, het optreden van bijwerkingen en toepassing van de medicijnen die hier bij betrokken zijn.

Als inleiding passeert DNA, RNA en de vertaling naar eiwitten nogmaals de revue, met in het verlengde daarvan de mutaties die kunnen optreden. Er wordt besproken welke mutaties al bekend zijn, hoe vaak deze voorkomen bij verschillende bevolkingsgroepen en de invloed die dit heeft op farmacotherapie.

Men leert een praktisch werkwijze waarbij men leert om deze kennis te implementeren in de apotheek in samenwerking met de FTO groep en andere artsen (psychiaters) waar men mee samenwerkt.

De vraag hoe men een patiënt herkent waar mogelijk farmacogenetische problematiek speelt, leert herkennen en wanneer het zinvol is om een genetisch profiel te laten maken.

Vervolgens worden de meest voorkomende medicijnen in de eerste lijn besproken, met daarbij de belangrijkste betrokken afbraakenzymen, signalen waar men op moet letten en een praktische leidraad voor het aanvragen van een farmacogenetisch profiel.

Al deze problematiek speelt nog sterker bij ouderen en polyfarmacie. Zij zijn meestal verhoogd gevoelig voor veel medicatie en kunnen ook vaak vertellen met welke medicatie men in het verleden onverwachte reacties op heeft gehad. Indien men wijzigingen gaat aanbrengen bij deze patiënten is kennis van afwijkende geneesmiddelafbraak of atypisch receptoren/enzymen van belang.

Leerdoelen:

  1. Opmaak van DNA, de translatie naar RNA en het maken van eiwitten m.b.v. de ribosomen.
  2. Kennis en begrip van de mechanismen waardoor mutaties ontstaan en hoe dit gevolgen heeft voor het functioneren van het eiwit.
  3. Prevalentie van de verschillende mutaties en gevolgen daarvan op farmacokinetiek en farmacodynamiek.
  4. De mechanismen waarmee dit tot onvoldoende werkzaamheid, bijwerkingen(toxiciteit) en combineren van sommige geneesmiddelen wordt beïnvloed.
  5. Herkennen van patiënten en problematiek waarbij farmacogenetica een rol kunnen spelen.
  6. Te nemen maatregelen indien men vermoedt dat farmacogenetica een rol speelt, zoals aanvragen van een doelmatig genetisch profiel, de implicaties van de uitslag en het delen van de uitslag en adviezen met andere zorgverleners.
  7. Praktische voorbeelden waarbij farmacogenetica een rol speelt en hoe dit in de praktijk af te handelen.
  8. Het toepassen van bovenstaande in geval van ouderen en polyfarmaciepatiënten.

Docent & functie:

Dhr. Lourens Bloem, apotheker/docent Universiteit Utrecht, onderzoek/promotie aan afdeling Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie UU. In opleiding tot klinisch epidemioloog aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht (MSc Epidemiologie), Werkzaam bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Docent cursussen voor PAOFarmacie en aan de opleiding tot Verpleegkundig Specialist in de Geestelijke Gezondheidszorg GGZ Centraal.

Openbaar apothekers
Hoor- en werkcollege. Uitwerken casuïstiek. Individuele presentaties op basis van ‘shared learning’.
€350,00 excl. BTW per losse cursusdag, €272,50/dag excl. BTW bij twee of meer cursusdagen in 2019/2020.
20
Per cursusdag onderscheidenlijke leerdoelen: zie het overzicht van de cursusdagen in de programmabeschrijving SFOL-Medicatiebeoordeling-vervolgcyclus 2019/2020.
Overall-leerdoelen: verbeteren van individuele kennis en vaardigheden voor de uitvoering van medicatiebeoordelingen.
Ja
SFOL-Medicatiebeoordeling-vervolgcyclus bestaat uit zes losse cursusdagen met de navolgende, individuele dagtitels:
1. Medicatiebeoordeling bij de ouder wordende hiv-patiënt met multimorbiditeit.
2. Klinisch toepassen van psychofarmaca in de eerste lijn.
3. Klinisch adviseren over antibiotica in de eerste lijn.
4. Transmurale farmaceutische zorg.
5. Geriatrie en de medicatiebeoordeling.
6. Farmacogenetica; implicaties bij polyfarmacie.
Dhr. BTGM Sallevelt Msc, apotheker, ziekenhuisapotheker i.o. (UMC Utrecht) met promotie-onderzoek naar het effect van medicatiereviews op ziekenhuisgerelateerde opnamen, voormalig nascholingen apothekers Amsterdam .
Dhr. C.F. Ebbelaar MSc, apotheker, klinisch onderzoeker, arts i.o., universitair docent. Afd. Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie, Universiteit Utrecht.
Mw. Loes Ariaans-Silkens MSc, poliklinisch apotheker VieCuri Medisch Centrum met aandachtsgebieden Medicatieoverdracht bij opname en ontslag door de apotheek, TransferSteunPunt (TSP).
Dhr. Sander Bouwman MSc, ziekenhuisapotheker VieCuri Medisch Centrum met aandachtsgebieden Klinisch-farmaceutische dienstverlening, Therapiegebieden: anesthesie, antistolling, cardiologie, chirurgie, infectieziekten, intensive care, spoedeisende hulp, toxicologie, orthopedie, urologie, psychiatrie; Elektronisch voorschrijfsysteem (EVS); Geautomatiseerde geneesmiddelendistributie (GDS); Medicatieveiligheid.
dhr. dr. Jan Riezebos, specialist openbaar apotheker. Docent verbonden aan de afdeling Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie van het departement Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Docent (farmacotherapie)onderwijs binnen de KNMP-vervolgopleiding tot openbaar apotheker en docent voor cursussen PAOFarmacie.
Dhr. Lourens Bloem MSc, apotheker/docent Universiteit Utrecht afdeling Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie. Klinisch epidemioloog i.o. Universitair Medisch Centrum Utrecht (MSc Epidemiologie). Docent cursussen voor PAOFarmacie en aan de opleiding tot Verpleegkundig Specialist in de Geestelijke Gezondheidszorg GGZ Centraal.
 
Ja
Nee
Hoofdniveau
Apotheekbedrijf
Communicatie
Farmacotherapie
Kwaliteitszorg
Medicatiebegeleiding
Patiëntenzorg
Tijd9:00 - 17:00
LocatieHouten (NL) (Toon kaart)

Tijd9:00 - 17:00
LocatieVianen (NL) (Toon kaart)

Tijd09:00 - 17:00
LocatieVianen (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 6 SFOL-Vervolgcyclus MBO 2019/2020

Tijd09:00 - 17:00
LocatieRoermond (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 1 SFOL-Vervolgcyclus MBO 2019/2020

Tijd09:00 - 17:00
LocatieVught (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 4 SFOL-Vervolgcyclus MBO 2019/2020

Tijd09:00 - 17:00
LocatieHouten (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 5 SFOL-Vervolgcyclus MBO 2019/2020

Tijd09:00 - 17:00
LocatieRoermond (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 4 SFOL-Vervolgcyclus MBO 2019/2020

Tijd09:00 - 17:00
LocatieHouten (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 3 SFOL-Vervolgcyclus MBO 2019/2020

Tijd09:00 - 17:00
LocatieHouten (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 2 SFOL-Vervolgcyclus MBO 2019/2020

Tijd09:00 - 17:00
LocatieVught (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenDag 1 SFOL-vervolgcyclus MBO 2019/2020

SFOL organiseert praktijkgerichte nascholingen voor apothekers en apothekersassistenten. SFOL-cursussen zijn een afgestemde mix van theorie en praktijk en sluiten aan bij de actuele ontwikkelingen binnen de eerstelijnsgezondheidszorg zodat de cursisten er direct mee aan de slag kunnen.

Alberickstraat 195
5922BR
Venlo
077-3820523