Opleidingen details Donders
Donders Gezelschap voor Strabologie: "DVD en mystery cases" (ID nummer: 356642)
Scholing met (fysieke) bijeenkomst(en)/ accreditatie per bijeenkomst
CategorieGeaccrediteerde puntenAccreditatieperiode
Optometristen - Scholing 7Vanaf 24-5-2019
Orthoptisten - Scholing7Vanaf 24-5-2019
Als u als professional deze cursus gevolgd heeft dan wordt de presentie ingegeven door de opleider.

D. Godts, orthoptist Universitair Ziekenhuis Antwerpen

“Klinisch onderzoek en meten van DVD”

De verschillende methodes om een DVD te onderzoeken en te meten worden besproken.

Tevens zal er besproken worden hoe we kunnen differentiëren tussen een DVD veroorzaakt door overactie van de obliqui inferiores dan wel door overactie van de recti superiores.

S.P.A. van Hulst-Ginjaar, Orthoptist en N.E. Schalij-Delfos, Oogarts
“Dissociated Vertical Deviation(DVD) en binoculair zien (BZ)”

 

Presentatie van een retrospectief onderzoek (2011 – 2018) naar voorkomen van binoculair zien bij patiënten met een DVD.

Uit een groep van 380 patiënten die met een DVD waren gediagnosticeerd, werden 86 patiënten geselecteerd met enige vorm van binoculair zien.

Bij deze groep hebben we de primaire oogstand, wel of geen strabismuschirurgie en maat van de DVD bij aanwezigheid van bz beoordeeld.

 

M. van Lammeren, orthoptist, C. Cassiman, oogarts, Universitair Ziekenhuis Leuven:

“Kliniek DVD, vroeger en nu

 

"We bespreken onze ervaringen op het gebied van het klinisch onderzoek van de DVD, de bevindingen en klachten, met speciale aandacht voor "nieuwe" klachten op latere leeftijd.

Tevens stellen we een kort orthoptisch en/of chirurgisch beleidsplan voor."

 

van Rijn LJ, oogarts UMC Amsterdam

“Vertical phorias indicating dissociated vertical deviation in subjects with normal binocular vision”

We measured the symmetry of phoria angles in six normal subjects. Subjects were selected on the basis of good visual acuity and stereopsis, normal binocular eye alignment and, apart from mild refraction errors, absence of ocular abnormalities. They were instructed to look at a word on a reading chart at 2 m distance. Each measurement consisted of five subsequent intervals of 5 s duration. During these five intervals viewing was binocular, with the right eye only, binocular, with the left eye only, and binocular, respectively. Each experiment consisted of twelve measurements. Eye movements were measured with scleral coils suited for measuring in horizontal, vertical and torsional directions. Five out of six subjects displayed an asymmetrical vertical phoria; one subject showed an alternating hyperphoria; four displayed a left over right vertical phoria that was largest for left eye occlusion. Only one subject showed a symmetrical vertical phoria. Both the size of the vertical phorias and the size of the asymmetries in these vertical phorias were very small: on average 0.16 +/- 0.01 and 0.17 +/- 0.01 degree, respectively. The direction of the vertical phoria asymmetries (the largest left over right was found with left eye occlusion) and the fact that asymmetries were found more often in vertical than horizontal and torsional phorias suggest that these asymmetries are related to dissociated vertical deviation. These results suggest that dissociated vertical deviation, often observed in subjects with a disruption of binocular vision early in life, reflects the enhancement of a phenomenon that is present in normal subjects as well.

 

Marcel PM ten Tusscher, UZ-VUB Brussel

“Infantiel scheelzien: dominantie via de nasale kruisende retinale ganglioncellen in het brein”

Tijdens de eerste levensmaanden worden de visuele banen vanuit de retina, die gericht zijn op de visuele cortex, in functionele zin aangelegd. Embryonaal ontstaan eerst de nasale retinale ganglioncellen die in het chiasma opticum kruisen, vervolgens de niet kruisende temporale retinale ganglioncellen en als laatste de banen die via het corpus callosum de corticale representaties aaneen smeden. Beide nasale retinahelften vormen samen het gehele gezichtsveld. Het gezichtsveld van beide temporale helften omvat het binoculaire gezichtsveld waarin correspondentie en stereopsis tot stand worden gebracht. Een normaal binoculair gezichtsveld kan alleen ontstaan als de nasale en de temporale helften alsmede de beide middellijnen, ter plaatse van de corticale lasnaad, op elkaar zijn afgestemd. Naast retinale banen die gericht zijn op de cortex, is er ook een deel dat gericht is op de hersenstam. Deze banen sturen de pupil, oogbewegingen etc. De hersenstam is evolutionair veel ouder dan de cortex en wordt van oudsher, zoals bij dieren met laterale ogen zonder binoculariteit, door gekruiste retinale ganglioncellen gevoed. De reflexmatige oogbewegingen die vanuit de hersenstam worden geregisseerd, optokinetische nystagmus (OKN), vestibulo-oculaire reflex (VOR), fixatie en reflexsaccades, hebben in eerste aanleg een gekruiste bedrading.  Bij de mens moeten de vanuit de binoculaire cortex geregisseerde oogbewegingen, b.v. pursuit en willekeurige saccades, onderdeel worden van het geheel aan oogbewegingen. Dit wordt gerealiseerd door binoculaire banen vanuit de cortex naar primair gekruist geinnerveerde hersenstamkernen, b.v. nucleus of the optic tract (NOT) en colliculus superior. Bij infantiel scheelzien loopt de binoculaire corticale ontwikkeling averij op waardoor de hersenstamkernen hun dominantie vanuit de nasale retinahelft behouden. Een dergelijke dominantie in de NOT verklaart nystagmus latens en deze dominantie in de colliculus superior verklaart het ontstaan van gedissocieerde vertikale en horizontale divergentie (DVD en DHD). Dit model voorspelt dat iemand zonder corpus callosum of infantiel scheelzien heeft, of een alternatieve koppeling tussen beide cortexhelften moet hebben. Dit werd getest bij iemand zonder corpus callosum zonder scheelzien. Er bleek een koppeling via de commissura anterior die niet eerder werd beschreven. 

 

Kahoot mbt DVD, orthoptisten oogziekenhuis Rotterdam

 

 

Beroepsgroep
Optometristen
Orthoptisten
Symposium
 Algemene scholing voor paramedici (alle onderstaande beroepsgroepen)
Het op een laagdrempelige manier leren van experts in het ochtendprogramma, in de middag leren van de verschillende mystery cases die worden ingebracht. Daarnaast veel ruimte voor intercollegiaal overleg en laagdrempelig de gelegenheid tot het stellen van vragen
Bestand  
abstracts donders 2019.doc5-3-2019 15:2431 KB
verschillende oogartsen/ orthoptisten
8
0
50
50 euro per inschrijvend orthoptist, 75 per inschrijvend oogarts
24-5-2019
Tijd9:00 - 18:00
LocatieNijmegen (NL) (Toon kaart)

Het Dondersgezelschap komt 1, soms 2x per jaar samen en geeft lezingen en voordrachten over bepaalde oogheelkundige of orthoptische onderwerpen. We vergaderen via de mail of na een bijeenkomst, het is een combinatie van nederlandse en belgische oogartsen en orthoptisten. We hebben ook een rekeningnummer waar iedereen het inschrijfgeld op over maakt.

Dodoenstraat 31
B 2140
Antwerpen
-