Zicht op de teksten van de vier evangeliën als een eigenstandig en coherent geheel, met eigen patronen en betekenislijnen.

Aanvullend: door de  intertekstuele leeswijze krijgen deelnemers zicht op dwarsverbanden met Oude Testament, vroeg-Joodse literatuur, Grieks-Romeinse geschriften en doorwerking naar (moderne) literatuur en kunst.

En: betekenissen van teksten uit de evangeliën in hun eigen historische en culturele setting, en in relatie met het zoeken naar antwoorden op hedendaagse zin- en geloofsvragen.