De ambulanceprofessional krijgt juridische en vakinhoudelijke informatie over diverse forensische

zaken waar hij in zijn dagelijkse beroepsuitoefening mee te maken kan krijgen. Er is specifiek aandacht voor: wat forensische verpleegkunde is, forensische anamnese, natuurlijke – niet natuurlijke dood, officiële lijkschouw, omgaan met sporen, seksueel geweld, arrestantenzorg

en PROVOKE (letselbeschrijving).

De ambulanceprofessional krijgt handvaten zodat hij signalen herkent, op de juiste plek, de juiste informatie registreert in EDAZ, evt. benodigde acties uitzet en wet- en regelgeving toepast, als een forensische casus zich voordoet.

Hoofddoel: De ambulanceprofessional is in staat om meer forensisch bewust te handelen in zijn dagelijkse praktijk. De verkregen kennis sterkt de ambulanceprofessional in het maken van de juiste keuze in zijn handelen voor de juiste patiënt.

De ambulanceprofessional kan:
Doel 1: signalen van Forensische verpleegkunde herkennen.

Doel 2: signalen van forensische zaken op de juiste wijze registreren in EDAZ en eventuele acties inzetten.

Doel 3: signalen van forensische verpleegkunde volgens wet en regelgeving toepassen.

De ambulanceprofessional:
Doel 4: is zich bewust van zijn eigen professioneel handelen bij forensische casuïstiek.

Doel 5: kan laten zien dat hij keuzes die hij maakt en de beslissingen die hij neemt zorgvuldig overdenkt;
              inhoudelijk, procesmatig en moreel.

Doel 6: is in staat om feedback te geven aan collega’s binnen de eigen beroepsorganisatie.