Opleidingen details thoraxafdelingen sector A
C2 tweede bijscholing 2019 (ID nummer: 352283)
Nascholing met (fysieke) bijeenkomst(en)/ accreditatie per bijeenkomst
CategorieGeaccrediteerde puntenAccreditatieperiode
Scholing Algemeen715-3-2019 t/m 14-9-2020
Als u als professional deze cursus gevolgd heeft dan wordt de presentie ingegeven door de opleider.

Wondprotocol en decubitus preventie 60 min

Werkgroep decubitus en wondzorg gaan les geven over het nieuwe wondprotocol het verzorgen van een chirurgische (gesloten) wond en decubitus preventie. In deze werkgroep zitten Karien Penninga, en Boukje Boltjes. Zij gaan drie keer per jaar naar de themabijeenkomst, deze worden gegeven door verpleegkundigen consulent wondteam UMCG. Ook word er twee keer per jaar een prevalentie meting UMCG breed gehouden in het voorjaar en najaar.

Er is een interne audit geweest van infectie preventie op de verpleegafdeling met betrekking tot wondbehandeling. Hier kwamen een aantal verbeterpunten naar voren, één van deze verbeterpunten is dat er geen protocol aanwezig is voor het verzorgen van een gesloten chirurgische wond. Na veel contact met verschillende disciplines is het protocol uiteindelijk tot stand gekomen. In dit protocol staan nieuwe inzichten over het verzorgen van een gesloten chirurgische wond en de werkwijze hiervan. De werkgroep wil graag de verpleegkundigen van de verpleegafdeling hierover informeren en informatie geven over de aseptisch als de no-touch techniek. 

Wond, decubitus en huidproblemen komen veel voor in zorginstellingen. Door de toename in leeftijd van de bevolking wordt ook de toename verwacht van het aantal patiënten met chronische wonden. Behalve ongemak en pijn voor de patiënt, brengt het hoge kosten met zich mee. Door de complicaties ligt de patiënt langer in het ziekenhuis en heeft aanvullende zorg en behandeling nodig. De werkgroep decubitus en wondzorg moeten de collega`s van de afdeling bijscholingen geven over preventie van decubitus en op de hoogte houden van ontwikkelingen.  Er zijn nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot het registreren van decubitus is het EPD. Daarnaast wordt er een nieuw meetinstrument gebruikt, de bradenscore. Niet alle verpleegkundigen zijn bekend met dit meetinstrument. Tijdens deze les komt naar voren het ontstaan van decubitus,  de aandachtspunten, maatregelen ter preventie van decubitus en het gebruik maken van hulpmiddelen.

Doel van de les

Het protocol het verzorgen van een chirurgische gesloten wond introduceren

Het vergoten van kennis van decubitus preventie


Leerdoelen van de cursist

De verpleegkundige kan volgens het protocol de wondzorg op de verpleegafdeling toepassen

De verpleegkundige is op de hoogte van de aseptisch werkwijze en de no-touch techniek

De verpleegkundige is in staat te benoemen hoe decubitus ontstaat

De verpleegkundige weet de aandachtspunten te benoemen van decubitus preventie

De verpleegkundige weet welke hulpmiddelen er zijn en weet hoe deze gebruikt moeten worden

De verpleegkundige kan in het EPD decubitus registeren en weet hoe het meetinstrument wordt gebruikt

Externe pacemaker en hartritmestoornissen 60 minuten

De les bestaat uit

De verpleegkundige van de hartbewaking/CCU gaat ons bijscholen en informeren over de uitwendige pacemaker en hartritmestoornissen.

Daarbij komt naar voren het instellen, drempelen, verpleegkundige taken van de uitwendige pacemaker. Het kunnen aflezen van de pacemaker en de functies hiervan.

Welke hartritmestoornissen zijn er en hoe worden deze behandeld.

Doel van de les

-Kennis met betrekking tot externe pacemaker en ritmestoornissen vergroten/opfrissen.

-De verpleegkundige kan op de verpleegafdeling werken met een uitwendige pacemaker en weet wat haar taken daarbij zijn.

Leerdoelen van de cursist

-De verpleegkundige neemt haar kennis mee in de praktijk.

-Met deze scholing wordt de kennis/vaardigheden opgefrist.

-De verpleegkundige is op de hoogte hoe te moeten werken met een uitwendige pacemaker en weet wat haar taken zijn.

Les Basic Life Support 60 minuten

BLS; basic life support

-Iedere verpleegkundige moet minimaal 1x per jaar getoetst worden op haar vaardigheden in reanimeren.

- Iedere verpleegkundige op de afdeling moet een geldig reanimatie certificaat/bewijs hebben om hier te kunnen en mogen werken.

De les, van 1uur, is gebaseerd op de richtlijnen van de Nederlandse reanimatie raad. En wordt gegeven door officiële reanimatie instructeurs. Dit zijn op de afdeling C2VA; Evelien van der Molen, Geertje Rienks en Ingrid Lammers. Zij zorgen er ook voor dat de verpleegkundige op de hoogte is  van de richtlijnen van de Nederlandse reanimatie raad. Maar ook de regels, richtlijnen en praktische zaken die gelden voor deze afdeling.

De les bestaat uit

-Het bestuderen van de E-learning basic life support en de te maken toets.

-Praktijk in de les; 2 minuten reanimeren op een pop, waarbij door een instructeur op alle voorwaarden voor een goede effectieve reanimatie gelet word.

Doel van de les

-Het verschaffen van kennis en inzicht in de BLS procedure om te kunnen participeren in het reanimatie team.

-Ter bevordering van de deskundigheid van het reanimatie protocol

-Toetsing van de capaciteiten van elke afdeling verpleegkundig in het uitvoeren van de BLS en certificeren.

Leerdoelen van de cursist

-De verpleegkundige weet wat haar rol is in een reanimatie situatie en neemt verantwoordelijkheid hiervoor

-De verpleegkundige beschikt over voldoende kennis en inzicht om in een reanimatie situatie te kunnen participeren

- De verpleegkundige kan de handelingen in een reanimatie situatie uitvoeren zodat  deze effectief verloopt.

-De verpleegkundige kan de verschillen de rollen benoemen van de verschillende hulpverleners die bij een reanimatie betrokken zijn. En kan zijn haar rol duidelijk aangeven en vervullen.

Infectiepreventie 60 minuten

Preventie van ziekenhuisinfecties is onderdeel van kwaliteit van zorg. De preventieve maatregelen kunnen worden onderverdeeld in basishygiëne en specifieke, aanvullende maatregelen. De basishygiëne moet altijd en overal in het UMCG toegepast worden en staat beschreven in de richtlijnen Handhygiëne, persoonlijke hygiëne medewerkers en Persoonlijke beschermingsmiddelen.

Voor sommige infectieziekten en/of epidemiologisch relevante (resistente) micro-organismen zijn echter aanvullende (isolatie-)maatregelen nodig.

Voortschrijdend inzicht in nut en noodzaak van isolatie, vastgelegd in de richtlijnen van de landelijke Werkgroep Infectiepreventie (WIP) zijn de aanleiding geweest tot het wijzigen van de huidige Isolatierichtlijn 2008 in deze herziende UMCG-richtlijn ‘Eilandverpleging en isolatie’.

De Inspectie voor de Volksgezondheid beschouwt de richtlijnen van de WIP als professionele standaard.

De te nemen maatregelen zijn gebaseerd op kennis van micro-organismen, overdrachtswegen, omstandigheden en mogelijke gevolgen.

In de praktijk zijn er soms omstandigheden waar een gedifferentieerde advisering nodig is. Inschatting van het risico, mede gebaseerd op ervaring van deskundigen, speelt dan een rol.

Doel  van de les

-De verpleegkundige is op de hoogte van de richtlijnen en kan deze uitvoeren op de afdeling.

-De verpleegkundige is op de hoogte wie de aandachtvelders/aanspreekpunten op de afdeling zijn.

Leerdoelen voor de cursist

-          Na de les weten verpleegkundigen op welke momenten zij handhygiëne moeten toepassen.

-          Na de les zijn verpleegkundigen zich bewust van het belang van het toepassen van handhygiëne,        bijvoorbeeld voor aseptische handelingen.

-          Na de les kunnen de verpleegkundigen met de juiste techniek handhygiëne toepassen.

Kwaliteit van leven na hartchirurgie 60 minuten

De patiënten hier op de afdeling liggen hier vanwege een hart of long operatie. Frederike Zwiers is verpleegkundig specialist en werkzaam op de afdeling thoraxchirurgie.

De kwaliteit van leven van patiënten na hartchirurgie hangt af van hun sociaaleconomische status en het fysieke functioneren. Verpleegkundig specialist Fredrike Zwiers deed uitgebreid onderzoek naar de kwaliteit van leven van patiënten na hartchirurgie.

De patiënten zelf ervaren kwaliteit van hun leven die word bepaald door fysieke, psychische en sociale factoren, zoals door persoonlijke kenmerken, de kwaliteit van relaties, geestelijk evenwicht, de vervulling van levensdoelen, de mate van aanpassing aan de ontstane situatie in geval van ziekte, beperking of ouderdom, en maatschappelijke participatie. Patiënten ondergaan een hartoperatie voor beter overleving en vermindering van klachten.

Doel en leerdoelen

theoretische achtergronden rondom de term kwaliteit van leven

de rol van kwaliteit van leven onderzoek in de huidige gezondheidszorg

de uitvoering van kwaliteit van leven onderzoek aan de hand van een praktijkvoorbeeld op de afdeling thoraxchirurgie

de vertaalslag van de uitkomsten van onderzoek naar de kliniek en dagelijkse praktijk

Protocollen toetsen 120 minuten

Iedere verpleegkundige is verplicht haar handelen te laten toetsen om zich bekwaam te kunnen noemen in de voorbehouden handelingen. De afdeling heeft er voor gekozen om een aantal handelingen te toetsen in een bijscholing om er zeker van te zijn  dat alle verpleegkundigen in dezelfde handelingen getoetst worden en allen bekwaam zijn om deze handelingen in hun werk op de afdeling te kunnen uitvoeren. Daarnaast dienen de  E-learning gericht op de handelingen, en nog een E-learning  i.v. m. het toetsen van een handeling op de afdeling bestudeerd/gemaakt te worden. De handelingen die getoetst worden per bijscholing worden bepaald door de toetsingscommissie die allen de cursus “train de trainer” hebben gedaan. Zij zijn bevoegd om mede verpleegkundigen te toetsen op handelingen. De toetsingscommissie  voor de afdeling C2VA zijn dit Rosita Bergsma – Willems, Boukje Boltjes, Evelien van der Molen – Janssen, Karin Havinga-Kloeze, Joke Lanting, Arrissa Halma, Peter Boersma en Rianne Balkema.  Zij zijn allen senior of regieverpleegkundigen op de afdeling.  In de bijscholing worden alle handelingen getoetst dmv klinisch redeneren, observeren en uitvoeren via verschillende casuïstiek. In de leeromgeving (nestor) wordt digitaal genoteerd dat de verpleegkundige de E-learning en/of toets heeft doorlopen.  
Iedereen krijgt de te behandelen casus bij de bijscholing uitgereikt. Daarna begint de groep van klinisch redeneren. Zij gaan de casus aan de hand van de 6 stappen van klinisch redeneren behandelen. In de bijlage vinden jullie de 6 stappen van klinisch redeneren. Hier zal gebruik worden gemaakt van de SBAR en de ABCDE methodiek. Vervolgens gaan de uitvoerders de handeling(en) uitvoeren en zal de derde groep beide groepen observeren en feedback geven op het handelen en klinisch redeneren.

Inbrengen van maagsonde                                                  

Toedienen van sondevoeding/medicatie via spuit         

Inbrengen van een blaascatheter man/vrouw                

VAC therapie

Het verzorgen van een tracheacanule

Subcutaan injecteren                                

                                      

Tijd8:00 - 16:00
LocatieGroningen (NL) (Toon kaart)

Tijd8:00 - 16:00
LocatieGroningen (NL) (Toon kaart)

Tijd8:00 - 16:00
LocatieGroningen (NL) (Toon kaart)

Het thoraxcentrum is een onderdeel van het UMCG, met drie verpleegafdelingen thoraxchirurgie en cardiologie, 1 hartbewaking, 1 hartcatheterisatie en een polikliniek. Voor de verpleegkundigen van deze afdelingen, die ingeschreven staat in het kwaliteitsregister, willen we graag geaccrediteerde scholing aanbieden

Hanzeplein 1
9713GZ
Groningen
30001
9700RB
Groningen
050-3612776