Van Kraamtranen tot PTSS

In Nederland komen psychische aandoeningen frequent voor. Gemiddeld heeft 1 op de 5 mensen last van een depressie, een angst- of stemmingsstoornis. Vrouwen hebben 1,5 maal zo vaak depressieve gevoelens als mannen. De kans dat je als kraamverzorgende in een gezin komt te werken waarbij de kraamvrouw last heeft (gehad) van een psychische aandoening is dus groot.

De periode na de bevalling is voor veel vrouwen een kwetsbare tijd. Positieve en negatieve emoties wisselen elkaar af. Vrouwen kunnen na hun bevalling diverse psychische klachten ontwikkelen. Deze zijn onder te verdelen in vier stoornissen

• Babyblues/kraamtranen
• Postpartum depressie
• Postpartum psychose
• Posttraumatisch stress-stoornis

50-70% van de kraamvrouwen heeft last van kraamtranen en 15% ontwikkelt een postpartum depressie. Emotionele instabiliteit en depressieve gevoelens ten gevolge van een blijde gebeurtenis, de komst van een (meestal) gewenste baby, leiden vaak tot verwarrende emoties bij de kraamvrouw. Recente onderzoeken wijzen uit dat de emotionele gesteldheid van de moeder effect heeft op de ontwikkeling van de baby.

Als kraamverzorgende ben je de spil in de zorg rondom de kraamvrouw. Jouw signalering en handelen maken het verschil. Deze training heeft de volgende inhoud:

1. Adequaat reageren op verschillende vormen van emotionele instabiliteit bij de kraamvrouw;
2. Theorie van een aantal verschillende psychische ziektebeelden en de vier categoriën in het kraambed;
3. SSRI gebruik en de gevolgen voor de baby, Finnegan scorelijst;
4. Informatie over het ontstaan, verloop en behandelmethoden waarbij de focus ligt op kraamtranen en postpartum depressie;
5. Jouw rol als kraamverzorgende. Hoe kun je signalen herkennen en hoe kun je vrouwen met kraamtranen of een beginnende depressie zo goed mogelijk ondersteunen;
6. Overdracht naar verloskundige en consultatiebureau: hoe verwoord je naar een mede hulpverlener wat je bij je kraamvrouw waarneemt?

Naast de theorie bestaat de training uit demonstraties door de trainers en praktische oefeningen. Vanuit eigen ervaringen ga je met elkaar oefenen. Doordat je zelf aan de slag gaat, is deze training persoonlijk en interactief. Je ondervindt zo wat het effect is van de aangereikte theorie. De opgedane kennis is zo niet alleen maar een weten, maar wordt  onderdeel van jezelf waardoor je deze meteen kunt toepassen in de dagelijkse praktijk.