De toetsgroep bestaat uit vijf vaste leden, waarvan vier openbaar apothekers en één poliklinische apotheker. Per jaar komen wij drie keer bijeen om gedurende twee uur patiëntencasuïstiek uit de eigen praktijk te bespreken. Aanwezigheid wordt vastgelegd door middel van een handtekening op de presentielijst.

Per bijeenkomst worden minimaal twee casus besproken, die over de volgende onderwerpen kunnen gaan: een CMR-melding, een polyfarmacie-bespreking met een patiënt en een huisarts, een Lareb-melding, een patiëntencasus waarbij een tekortkoming uit een HKZ-audit of interne audit aan bod komt. De deelnemers stellen vragen aan de inbrenger, geven hun analyse, opvattingen, voorstellen en oplossingen over de casus. Gezamenlijk worden leerpunten en verdere conclusies of aanpak genoteerd.

De toetsgroepbegeleider zorgt ervoor dat inbreng van alle deelnemers gelijkelijk is verdeeld. Bij de casuïstiek bespreking worden de competenties als volgt verdeeld: farmaceutisch handelen (80%) en kennis en wetenschap (20%). 

De toetsgroepbegeleider zorgt voor een jaarplan, verslaglegging volgens een vast format, en nodigt iedereen vooraf uit een casus in te brengen. De toetsgroepbegeleider zorgt ervoor dat op een gestructureerde manier casus over de hierboven genoemde onderwerpen besproken worden. Als naar aanleiding van een casus en bijbehorende onderlinge discussie verder onderzoek over het onderwerp nodig is, wordt dit achteraf verder uitgezocht en met de toetsgroepleden gedeeld, waarbij de werkgroepbegeleider erop toeziet dat dit zgn. huiswerk, indien nodig, bij een volgende bijeenkomst wordt besproken. Dit zogenaamde uitzoekwerk telt niet mee voor de accreditatie-uren.

Leerdoelen: door middel van intercollegiale feedback aan de hand van patiëntencasuïstiek uit de praktijk onderling het farmaceutisch denken en handelen bevorderen.

Mw van Woerkom, ervaren werkgroepdocent/openbaar apotheker, is gespreksleider en deelnemer aan de toetsgroep.