"Tracheo-Oesophageale Fistel: Aangeboren Slokdarmafwijkingen bij Pasgeborenen.
Een pasgeborene die bellen blaast!
Na de geboorte vertoont de pasgeboren baby tekenen van misselijkheid en spuugt hij regelmatig. Bij het proberen te drinken aan de borst of uit de fles valt op dat de baby grote bellen blaast en veel slijm uit het mondje laat lopen. De baby is sloom of slap. Uit ervaring weten we dat dit geen normaal gedrag is.Het is belangrijk om dit gedrag serieus te nemen en verder te onderzoeken. Het is raadzaam om zo snel mogelijk een zorgverlener, zoals een kinderarts of lactatiekundige, te raadplegen om de situatie te beoordelen en passende maatregelen te nemen.
Cursusinhoud:
Soms zie je verschijnselen die normaal niet voorkomen bij een pasgeborene. Een zuigeling die bellen blaast, de baby die moeite heeft met het wegslikken van de voeding.
In deze cursus leer je wat wel of niet normaal is. Je leert over verschillende soorten afwijkingen aan de slokdarm, waar je als kraamverzorgende mee te maken kan krijgen.Het is van belang om de baby goed te observeren en eventuele andere symptomen of veranderingen in het gedrag te noteren. Dit kan helpen bij het stellen van een diagnose en het bepalen van de juiste behandeling.Met de juiste professionele begeleiding en zorg kan er hopelijk een passende oplossing worden gevonden om de baby te helpen bij het drinken en om eventuele onderliggende problemen aan te pakken
We behandelen de afsluiting van de slokdarm met fistel naar de longen (oesophagusatresie).
Je leert over verschillende soorten afwijkingen aan de slokdarm.
Met films en beeldmateriaal die in deze cursus getoond worden, krijg je een heldere kijk op de signalen en symptomen die de pasgeborene vertoont die passen bij een afwijking aan de slokdarm.
Er wordt een casus besproken en jouw input daarbij wordt op prijs gesteld.
Je mag altijd je eigen casus bespreken tijdens deze cursus.
Leerdoelen:
De kraamverzorgende:
1.Kan minstens 3 symptomen benoemen bij een baby met een slokdarmafsluiting.
2.Kan adequaat reageren bij deze afwijking.
3. Kan de ouders ondersteunen tijdens de behandeling van de baby.
4. Kan 2 manieren benoemen om de moeder te helpen met het in stand houden van de borstvoeding.
5.Kan met de P.E.S* methode een probleem herkennen, de oorzaak en signalen beschrijven:
•P= probleem: beschrijving van het probleem volgens Rumba.
•E= etiologie: beschrijving van de oorzaak volgens Rumba.
•S= signs en symtomps: beschrijving van je waarnemingen van het gedrag van de baby.
•Doel= probleem oplossen: formuleren van je doelstelling(en) volgens Rumba.
•Interventies/acties: beschrijving van de stappen die je onderneemt om je doel te bereiken volgens de methode Rumba.
•Evalueren: beoordeling van de genomen acties om het doel te bereiken.
•Proces: beoordeling of de acties gehandhaafd moet worden of gewijzigd worden om het doel te bereiken.
•Product: beoordeling of het doel bereikt is.
Deze nascholing wordt gegeven door Ruth Sedney, kinderverpleegkundige RN, Lactatiekundige IBCLC.