De eenjarige opleiding tot Systeem Therapeutisch Werker (STW) biedt een theoretisch technisch opleiding en een supervisietraject (TTC-STW).
Competenties
De competenties die een STW moet beheersen om het vak van systeemtherapeutisch werker op een professionele wijze uit te kunnen oefenen vormen het uitgangspunt van de richtlijnen cursusdraaiboek TTC-STW. De competenties geven richting en inhoud aan het cursusdraaiboek en daarmee aan datgene wat geleerd moet worden. Voor een overzicht van alle competenties STW verwijzen we naar het document: “NVRG Competenties STW ” (januari 2015).
Voor de STW worden drie typen competenties onderscheiden:
I. Systemische Metacompetenties
II. Systemische Basiscompetenties
III. Competenties om systeemtherapeutische technieken toe te passen
De systemische metacompetenties bevatten de essentie van het systeemtheoretisch denken en handelen en zijn te beschouwen als het einddoel van de opleiding tot systeemtherapeutisch werker. De systemische basiscompetenties vallen uiteen in twee categorieën: kennis van de principes die ten grondslag liggen aan systeemtherapie en vaardigheden om systeemgesprekken te initiëren, uit te voeren en af te sluiten. Als derde type worden de competenties om systeemtherapeutische technieken toe te passen genoemd. Dat betekent dat de cursist verschillende technieken in kan zetten waarbij hij of zij de cliënt duidelijk weet welke veranderingsopties met de technieken worden nagestreefd. Aan het einde van de opleiding beheerst de cursist deze competenties en laat hij of zij dit zien in de praktijk en in de supervisie. De principes van Millers piramide zijn daarbij leidend.