Aan het einde van een bijeenkomst zijn belangrijke vragen beantwoord zoals waarom triëren we, hoe triëren we, hoe registreren we, hoe overleggen we met elkaar. En welke randvoorwaarden moeten nog gerealiseerd worden ter versterking van de triage. Het is duidelijk geworden hoe het triage proces ondersteunend is aan de patiëntenzorg en het werkproces van de praktijk. Huisartsen als assistenten gaan elkaar ondersteunen bij het verder vormgeven van triage in de praktijk. In andere trainingen staat meer het gebruik van de NHG Triagewijzer centraal. Hoe kunnen professionals elkaar helpen in het bepalen van de urgentie en hoe ondersteunt de triagewijzer daarbij.

Voorafgaand aan de training wordt het programma in samenspraak met de praktijk definitief vastgesteld. 

Afhankelijk van de accenten die worden gelegd zijn de leerdoelen:

-        Verkennen hoe triage ondersteunend kan zijn aan de zorgverlening van het werkproces binnen de praktijk;

-        Randvoorwaarden in kaart brengen;

-        Inzicht in de denk- en beslisroute van triage;

-        Inzicht in eigen patronen die een open oriëntatie (op toestandsbeeld bijvoorbeeld) in de weg staan;

-        Inzicht in de betekenis van triage criteria;

-        Vaardigheid met betrekking tot gespreksvoering in relatie tot gedrag van de beller;

-        Vaardigheid met betrekking tot het geven van bruikbare zelfzorgadviezen;

-        Inzicht in hoe de NHG-triage wijzer kan worden ingezet als hulpmiddel 

-        Oefenen met inzet NHG-Triage wijzer a.d.h.v. cauistiek en geluidsfragmenten. 

Na afloop is de deelnemer zich bewust van de bijzonderheden en randwoorden van een of meer aspecten van triage en weet zij waar zij, gegeven de eigen denkwijze en patronen, in het bijzonder op moet letten. Daarnaast heeft zij enige vaardigheid kunnen ontwikkelen door te oefenen met de materie, door het beluisteren en analyseren van gespreksfragmenten alsmede door oefeningen. Wanneer het accent ligt op oefenen wordt soms gewerkt met een trainingsacteur.