Opleidingen details Medifarm BV
Antistolling bij de behandeling van atriumfibrilleren en VTE anno 2019 (ID nummer: 345280)
 (0) 

Beoordeling per persoon

Nascholing met (fysieke) bijeenkomst(en)/ accreditatie per bijeenkomst
CategorieGeaccrediteerde puntenAccreditatieperiode
Scholing vakinhoudelijk OA21-4-2019 t/m 31-3-2020
Als u als professional deze cursus gevolgd heeft dan wordt de presentie ingegeven door de opleider.

Na afloop van deze cursus weet u dat:

•patiënten met atriumfibrilleren < 65 jaar voor evaluatie

   verwezen moeten worden naar een cardioloog;

•de huisarts patiënten ≥ 65 jaar met atriumfibrilleren (> 48 uur)

    zelf kan behandelen met een antitrombotisch middel;

•cumarinederivaten en DOAC’s gelijkwaardig zijn en door

   de huisarts mogen worden voorgeschreven;

•DOAC’s een lager risico hebben op intracraniële bloedingen

   als bijwerking, vergeleken met cumarines;

•u met DOAC’s terughoudend moet zijn bij kwetsbare

  ouderen en moet doseren op geleide van de nierfunctie;

•jaarlijks gecontroleerd moet worden op nierfunctie,

  verschijnselen van hartfalen en de CHA2DS2-VASc-score;

•vooralsnog alleen voor dabigatran een antidotum

  beschikbaar is;

•er een indicatie bestaat voor frequentieverlagende

  medicatie bij een ventrikelfrequentie in rust van ≥ 110

  per minuut of bij patiënten met klachten bij inspanning;

•1e keus metoprolol is met verlengde werking.

Na afloop van deze cursus weet u dat:

•bij een deel van de patiënten met behulp van de beslisregel

   samen met een D-dimeerbepaling zowel ‘Diepe veneuze

   trombose’ (DVT) als ‘longembolie’ hoogst waarschijnlijk

   uitgesloten kan worden;

•de behandeling van DVT bestaat uit heparine plus

   cumarine of een DOAC, soms plus heparine;

•men ook voor deze indicatie terughoudend moet zijn met

   DOAC’s bij kwetsbare ouderen en moet letten op nierfunctie;

•de huisarts DVT in veel gevallen zelf kan behandelen.

Openbaar apothekers en huisartsen
workshop
00,00
15
Na afloop van deze cursus weet u dat:
patiënten met atriumfibrilleren < 65 jaar voor evaluatie
verwezen moeten worden naar een cardioloog;
de huisarts patiënten ≥ 65 jaar met atriumfibrilleren (> 48 uur)
zelf kan behandelen met een antitrombotisch middel;
cumarinederivaten en DOAC’s gelijkwaardig zijn en door
de huisarts mogen worden voorgeschreven;
DOAC’s een lager risico hebben op intracraniële bloedingen
als bijwerking, vergeleken met cumarines;
u met DOAC’s terughoudend moet zijn bij kwetsbare
ouderen en moet doseren op geleide van de nierfunctie;
jaarlijks gecontroleerd moet worden op nierfunctie,
verschijnselen van hartfalen en de CHA2DS2-VASc-score;
vooralsnog alleen voor dabigatran een antidotum
beschikbaar is;
er een indicatie bestaat voor frequentieverlagende
medicatie bij een ventrikelfrequentie in rust van ≥ 110
per minuut of bij patiënten met klachten bij inspanning;
1e keus metoprolol is met verlengde werking.
Na afloop van deze cursus weet u dat:
bij een deel van de patiënten met behulp van de beslisregel
samen met een D-dimeerbepaling zowel ‘Diepe veneuze
trombose’ (DVT) als ‘longembolie’ hoogst waarschijnlijk
uitgesloten kan worden;
de behandeling van DVT bestaat uit heparine plus
cumarine of een DOAC, soms plus heparine;
men ook voor deze indicatie terughoudend moet zijn met
DOAC’s bij kwetsbare ouderen en moet letten op nierfunctie;
de huisarts DVT in veel gevallen zelf kan behandelen.
Ja
Zie de leerdoelen.
S. Araz
 
 
Ja
Ja
Hoofdniveau
Farmacotherapie
Medicatiebegeleiding
Patiëntenzorg
LocatieOranjestad (AW) (Toon kaart)

LocatieSchiedam (NL) (Toon kaart)

LocatieVaals (NL) (Toon kaart)

LocatieSchiedam (NL) (Toon kaart)

LocatieArnhem (NL) (Toon kaart)

LocatieVenlo (NL) (Toon kaart)

LocatiePanningen (NL) (Toon kaart)

Medisch en farmaceutisch organisatie- en adviesbureau

Klaverveld 10 Bavel
4854 KW
Bavel
+31161437337