De toetsgroep bestaat uit zes vaste leden, die allen geregistreerd staan als openbaar apotheker. Komend jaar zullen wij zes keer bij elkaar komen gedurende minimaal 2 uur per bijeenkomst patiëntcasuïstiek te bespreken op basis van ervaringen uit de eigen praktijk met als doel door middel van intercollegiale feedback het klinisch farmaceutisch denken en handelen te bevorderen.  De toetsgroep staat onder leiding van dr. Harm Geers, een ervaren apotheker/docent, die enerzijds heel patient gericht is maar ook thuis is in het de wetenschappelijke  literatuur. Per bijeenkomst wordt de aanwezigheid van deelnemers vastgelegd door middel van een handtekening op de presentielijst. 

Per bijeenkomst worden minimaal 2 casus ingebracht. Deelnemers dienen op gestructureerde wijze verhelderende vragen te stellen aan de inbrenger en geven om beurten hun analyse, opvattingen, vragen, voorstellen en oplossingen m.b.t. de casus. De inbrenger trekt conclusies en bespreekt leerpunten en de verdere aanpak. Voor een geschikt format hebben hebben wij contact gehad met gespreksleider A. Faber (SIR) van de Parels-toetsgroep in Amsterdam, dit resulteerde in onderstaande aanbevelingen:

De gesprekleider bewaakt de structuur en voortgang. Er zijn goede afspraken gemaakt over hoe de bijeenkomsten moeten worden ingericht, en hoe de ingebrachte problemen/casus gestructureerd bespreken kunnen worden. Het is niet de bedoeling dat iedereen gelijk zijn mening geeft en dat er gelijk een plenaire discussie plaatsvindt. Er moet ruimte zijn voor ieders inbreng. Daarom is er na de situatiebeschrijving van de inbrenger, in de eerste ronde eerst iedereen om de beurt vragen stellen aan de inbrenger om de vraag of de situatie te verhelderen. In de volgende ronde mag iedereen om de beurt een suggestie geven aan de inbrenger. De inbrenger kan zo nodig toelichting vragen. Vervolgens geeft de inbrenger aan aan welke van de suggesties hij/zij wat heeft of waar hij/zij verder mee kan en waarom. Daarna kan in de groep alsnog even plenair gediscussieerd worden over de casus. Als er inhoudelijke vragen over blijven, wordt afgesproken wie dit gaat uitzoeken. Hij /zij kan dit vervolgens rondmailen of bespreken tijdens de volgende bijeenkomst.