Het woord stoma komt uit het Grieks en betekent letterlijk mond of opening. In deze cursus gaan we in op deze onnatuurlijke openingen van de darmen en nieren. Er zijn verschillende soorten stoma’s; de urostoma, colostoma en ileostoma. Als je tijdens je werk in contact komt met stomapatiënten, wordt er van je verwacht dat je hen kunt verzorgen, informeren en begeleiden. Er wordt zowel aandacht besteed aan de theorie al de praktijk. Deze wordt toegeschreven op meeste recente richtlijnen en protocollen. Tijdens het praktijkgedeelte is er gelegenheid om stoma te verzorgen en te oefenen met stomamaterialen.

Voor wie?
Voor verpleegkundigen en verzorgenden.

Wat leer je?
* Na afloop van de cursus heb je kennis van de anatomie en de fysiologie van de dunne en dikke darm.

* Na afloop kun je de verschillende stoma's benoemen en de verschillen aangeven.

*Je bent na de scholing op de  hoogte van de (contra)indicaties voor het aanleggen van een stoma en de mogelijke complicaties

* Na afloop ken je benomen wat  het doel is van plaatsbepaling en wat de  bijbehorende aandachtspunten zijn.

* Na afloop heb je inzicht in de lichamelijke, psychische en sociale gevolgen voor een stomapatiënt en weet je voorlichting te geven aan patiënt en naasten.

* Na afloop ben je vaardig in het verzorgen van verschillende stoma's.