1 de cursist kan benoemen wat het belang is van huid op huid contact bij het moeder/baby koppel en weet hoe ze dit zo veel mogelijk kan ondersteunen

2 de cursist kan benoemen wat de behoeften van een baby zijn en daarop anticiperen. Ze kan de ouders vertellen hoe ze op deze behoeften kunnen reageren.

3 de cursist kan benoemen wat stressfactoren zijn die in een kraambed kunnen voorkomen, ziet het gevaar hiervan in en weet wat te doen om deze spanning te verminderen of weg te nemen. Ze kan de ouders hierover informeren. 

4 de cursist kan benoemen  wat D-tsr is, wat de gevolgen hiervan zijn en hoe ze de moeder kan helpen hiermee om te gaan. 

5 de cursist kan achterblijvende groei onderkennen en hierop anticiperen. Ze kan de ouders hierover informeren.

6 de cursist kan productieproblemen in het kraambed onderkennen en hierop anticiperen. Ze kan de ouders hierover informeren.

7 de cursist kan meerdere oorzaken benoemen van pijn bij het voeden en hierop anticiperen. Ze kan de ouders hierover informeren.

8 de cursist heeft kennis gemaakt met Kinaesthetic infant handling is en begrijpt het belang hiervan. Ze kan één handeling met de baby op deze manier in de praktijk brengen