In module C wordt het thema ‘de opleider als beoordelaar’ behandeld. Het thema is opgedeeld in vijf kenmerkende taken die de opleider zich eigen moet maken, gekoppeld aan:

- volgen en sturen leerproces voor toetsen en beoordelen

- Educatief toetsen

- Selectief beoordelen

- Begeleiden van een Extra begeleidingstraject

- Sturing geven aan eigen leer- en ontwikkelproces als opleider

Hieronder staan per kenmerkende taak de belangrijkste doelen beschreven die tijdens module C centraal staan:

• Volgen en sturen leerproces door toetsen en beoordelen.
  Na afloop:

gebruikt u toetsen en beoordelen als essentiële onderdelen voor sturing van het leerproces en zet ze op de juiste momenten in. Concreet:

• past u de algemene kaders, begrippen en principes ten aanzien van toetsen en beoordelen adequaat toe.
• ondersteunt u de aios bij het opstellen en uitvoeren van een individueel toetsplan.
• bewaakt u de representativiteit van het portfolio.
• fungeert u als rolmodel.

• Educatief toetsen.
  Na afloop:

gebruikt u de toetsen als instrument om feedback te geven op de mate van competentiebeheersing van de aios (educatief toetsen). Concreet:

• verzamelt u relevante informatie ten behoeve van de voortgang en beoordeling van de aios.
• ondersteunt u bij het formuleren van haalbare leerdoelen en bijbehorend plan van aanpak.
• koppelt u leerresultaten terug, beoordeelt en legt de voortgang in het leerproces vast.
• bent u in staat andere professionals een effectieve bijdrage aan de opleiding te laten geven.

• Selectief beoordelen.
  Na afloop:

komt u tot een afgewogen en goed onderbouwd(e) beoordeling en advies over het voortzetten van de opleiding van de aios (selectief beoordelen).  Concreet:

• verzamelt u relevante informatie ten behoeve van de voortgang en beoordeling van de aios.
• koppelt u leerresultaten terug, beoordeelt en legt de voortgang in het leerproces vast.
• identificeert u eigen valkuilen en gebruikt deze als leerinstrument in het opleiden.
• verzorgt u een effectieve en vertrouwelijke informatieoverdracht over het functioneren van de aios.
• handelt u volgens de relevante wet- en regelgeving voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.

• Begeleiden van een Extra begeleidingstraject (EBT).
  Na afloop:
  kan u een Extra begeleidingstraject mede opstellen, begeleiden en beoordelen. Concreet:
  • ondersteunt u bij het opstellen van een Extra begeleidingstraject.
  • betrekt u de relevante informatie van anderen op de juiste wijze bij toetsing en beoordeling.
  • kunt u de voortgang van het leerproces in het Extra begeleidingstraject op de juiste wijze vastleggen en monitoren.
  • vergroot u de betrouwbaarheid en gaat integer om met de eigen invloed op de aios.
  • adviseert u het hoofd opleiding over de voortgang.

• Sturing geven aan uw eigen leer- en ontwikkelproces als opleider.
  Na afloop:
  • heeft u in beeld waar u sterk en minder sterk in bent, kijkend naar de benodigde competenties als opleider ten aanzien van beoordelen.
  • heeft u uw ontwikkelpunten ten aanzien van beoordelen opgenomen in uw eigen Individueel Opleidingsplan als Opleider (IOP-O) en acties in gang gezet om hier doelgericht aan te werken.