Leerdoelen:

De verpleegkundige of verpleegkundig specialist heeft na het bijwonen van dit symposium kennis en inzicht in:

• realiteitstoetsing en de rol, kwaliteit van de ouder-kind interactie en dit besef van realiteit;
• verklaringen van de co morbiditeit van autisme en psychose en mogelijk gedeelde risicofactoren;
• de uitkomstgegevens van een longitudinale, prospectieve studie  waarin de relatie tussen roken, cognitief functioneren en symptomen in patiënten met een psychose, is onderzocht;
• de netwerk methode. Middels de netwerk methode is de interacties tussen depressieve en psychotische symptomen onderzocht, de belangrijkste symptomen in dit netwerk onderzocht en onderzocht of de netwerk connectiviteit verschilt tussen patiënten in psychotische remissie en niet in remissie;
• de CDSS- en PANSS schalen en deze kunnen beschrijven;
• het gebruik en de voor- en nadelen van het (spoedig) verminderen van antipsychotica;
• het middels het gebruik van Virtual Reality sociale interactie problemen te behandelen;
• de toepassingen in de behandelingen van psychose;
• het theoretisch perspectief van therapieresistente psychotische stoornissen en de richtlijn “Treatment Response and Resistance in Psychosis” en de behandelmogelijkheden;
• psychotische ervaringen bij kinderen, deze kunnen een risicomarker zijn van problemen zoals psychose, depressie en suïcidaliteit;
• enkele recente bevindingen van de Generation R Studie;
• stadiëring en profilering van schizofreniespectrum-stoornissen op een acute opnameafdeling;
• onderzoeksresultaten tussen klinische stadia, in ernst van profielkenmerken en klinische verbetering tijdens een acute opname;
• schizofrenie op latere leeftijd;
• de factoren verantwoordelijk voor later manifestatie van het psychotisch beeld bij LOS en SLP;
• de evidentie en wijzigingen van de vele effectieve psychologische en psychosociale interventies;
• de nieuwe wetenschappelijke “wist-u-datjes” uit de zorgstandaard psychose.