Doelen en samenvatting cursus
“Nek, Rug, Bekkengordel: Deconstructie voor paramedici”
De cursus is gericht op algemeen fysiotherapeuten, manueeltherapeuten, oefentherapeuten en psychosomatisch fysiotherapeuten (de ‘beroepsgroepen’), en bevat telkens specificaties voor die beroepsgroepen van de besproken onderwerpen.
a) De cursus (dag I) beoogt de deelnemers bewust te maken van het feit dat het gemiddelde effect van hun ingrijpen (uitgewerkt voor de beroepsgroepen) bij klachten van de nek, rug, en bekkengordel klein is, dat een Lancet analyse uit juni 2018 zelfs suggereerde dat patiënten met lage rugklachten lijden onder de gezondheidszorg, en dat er wegen zijn gesuggereerd om uit de impasse te geraken, waarbij wij de suggestie van ‘dconstructie’ (National Institute of Mental Health, geformuleerd voor depressie) de meest aantrekkelijke vinden: Probeer de symptomen beter van elkaar te onderscheiden, in samenhang met de onderliggende fysiologieën (die weer effecten hebben op elkaar);
b) De cursus (dag II) beoogt de deelnemers bewust te maken van de aanbeveling van Von Korff om te beginnen met het behandelen van het symptoom waarop de patiënt het meest van ‘normaal’ afwijkt, dat wanneer de acute patiënt in ernstige stress verkeert het kan worden overwogen om psychosomatische fysiotherapie in te schakelen om de kans te verkleinen dat de klachten chronisch worden, dat bij het normale beleid (gewoon actief blijven) recente mechanische inzichten (Van Dieën) suggereren dat overbelasting (zoals hij het hervatten van het werk) moet worden vermeden; dat een evaluatie-moment bij elk behandel-traject moet worden gepland, en dat het van belang is van focus te verspringen
bij patiënten bij wie de resultaten van de behandeling blijken tegen te vallen; en dat dat het beste kan gebeuren in een teamoverleg waarbij deskundigheid aanwezig is op het gebied van de mechanica, ontstekingsprocessen, breinveranderingen, en veranderingen van gedrag en stemming;
c) De cursus (dag III) probeert de deelnemers op de hoogte te brengen
c1) van recente ontwikkelingen in de immunologie, met name hoe perifere ontsteking kan worden geremd door desensitisering van C-vezels door de productie van GRK2 te bevorderen zoals door aerobe training, hoe perifere ontsteking kan verspringen naar het brein, waaarbij T regulator cellen een belangrijke rol spelen bij het beïndigen van die ontsteking, hetzij door omgevingsverrijking (During), hetzij door rust, waarbij de nervus vagus de milt zal stimuleren die dan T regulator cellen de bloedbaan inlaat (Dantzer);
c2) hoe sommige breinveranderingen reversibel zijn, zoals het weer scherper maken van de brein-afbeeldingen van het lichaam door ‘stabiliseringsoefeningen’ of door iets nieuws te leren, danwel bijvoorbeeld de centrale desensitisering die door Loggia is voorgesteld als effect van manuele therapie, terwijl pathologische resonantie van het netwerk nauwelijks gevoelig lijkt voor paramedisch ingrijpen, en er meer gedacht moet worden aan intracerebrale electroden, transcraniële magnetische stimulatie, of electroshock;
c3) dat de veranderingen van gedrag en stemming inmiddels aan de hand van ontwikkelingen rond depressie een aanzienlijke verfijning hebben ondergaan: stress is een belangrijk probleem dat goed toegankelijk is voor psychosomatisch ingrijpen; de rol van angst is vooralsnog onduidelijk omdat angst niet alleen een risico-factor is maar ook beschermt; demotivatie is onderdeel van ziektegedrag en hoort bij het normale herstelproces tenzij het te lang duurt (waarbij behandeling met alleen psychofarmaca dan niet helpt, maar activering moet worden toegevoegd), terwijl somberheid (‘depressiviteit’, maar die term wordt in teveel betekenissen gebruikt) wel degelijk reageert op psychofarmaca, en voor de vitale depressie hetzelfde geldt als hierboven gemeld voor pathologische resonantie in het brein.