Hyperbilirubinemie

'Bij suf worden en slecht drinken ben je al te laat’         

Iedere kraamverzorgende weet dat geelzucht regelmatig voorkomt bij pasgeboren baby’s. In de meeste gevallen gaat het hierbij om een onschuldige vorm van geel zien. Toch blijkt het moeilijk om de grens van geelzucht en hyperbilirubinemie goed te observeren.  Er worden immers nog steeds voldragen pasgeborenen opgenomen in het ziekenhuis met een hyperbilirubinemie.

Een van de belangrijke taken van een kraamverzorgende is het op tijd herkennen van geelzucht en de juiste maatregelen nemen, zodat een hyperbilirubinemie voorkomen wordt.

Opzet van de scholing

Deze nascholing is zowel theoretisch als praktisch. Voorafgaand aan de scholing krijg je een kleine voorbereidende opdracht. Deze opdracht gebruiken we als casus. Er zijn tijdens de scholing veel voorbeelden, plaatjes/filmpjes en verhalen over gebeurtenissen uit de praktijk.

Programma

• Geelzucht – hyperbilirubinemie - kernicterus
• Observatie van de pasgeborene
• Huidige beleid en behandelmethoden
• Rapportage en overdracht aan de verloskundige
• De kraamvrouw en haar partner informeren, adviseren en voorlichten over geelzucht en hyperbilirubinemie
• Rapporteren en overdragen

Doelen en competenties

De kraamverzorgende weet na deze scholing:

• Het ontstaan, de symptomen en de risicofactoren van geelzucht en hyperbilirubinemie te benoemen.
• De aandacht- en observatiepunten bij een pasgeborene met geelzucht en hyperbilirubinemie te benoemen.
• Het huidige beleid en de juiste behandelmethoden bij geelzucht en hyperbilirubinemie te benoemen.

De kraamverzorgende kan na deze bijscholing:

• Geelzucht of hyperbilirubinemie bij een pasgeborene signaleren, observeren en rapporteren.
• Zij kan de voorafkans-tabel invullen.
• Een adequate overdracht naar de verloskundige doen.
• Op basis van de geldende protocollen, standaarden en richtlijnen een zorgplan van een pasgeborene met geelzucht of (dreigende) hyperbilirubinemie opstellen en afstemmen op de behoefte van de pasgeborene.
• De kraamvrouw, haar partner en eventuele naasten op een begrijpelijke manier informeren, adviseren en voorlichten over geelzucht en hyperbilirubinemie.
• Weet een goede overdracht naar JGZ te doen.