Generieke doelstellingen
De deelnemer
• verwoord de eigen verwachtingen m.b.t. de scholing ganganalyse. Hij/zij benoemt de eigen verwachtingen en formuleert m.b.t. de verwachtingen concrete leerdoelen op het gebied van kennis en vaardigheden om de verwachtingen daadwerkelijk te realiseren.
• verwoord en beschrijft zijn eigen leerpunten (zelfreflectie) op het gebied van kennis en kunde. Hij/zij benoemt de leerpunten en beschrijft deze in termen van SMART geformuleerde leerdoelen (zelfreflectie).
• krijgt inzicht in de uitgangpunten die gehanteerd worden bij toepassing van de methodiek van de ganganalyse scholing.

De deelnemer
• herkent de methodiek en vertaald deze naar het eigen denken en handelen.
• herkent de verschillende strategieën die door de patiënt gekozen kunnen worden.
? preventie van toekomstige problemen;
? veiligheid van het lopen;
? het verbeteren van de loopafstand;
? het verbeteren van de loopsnelheid;
? het adequaat kunnen anticiperen op veranderde omstandigheden (bv ondergrond);
? het cosmetisch mooi lopen.
• benoemt en herkent de gekozen strategie en past deze toe aan de hand van de aanwezige kennis binnen het analyseren van het looppatroon van de cliënt.
• benoemt en herkent de gekozen strategie en kan aan de hand van de aanwezige kennis dit toepassen binnen de gekozen behandelaanpak voor deze cliënt.

Basisprincipes ganganalyse
De deelnemer
• benoemt de verkregen inzichten van het onderzoeken van de basis principes van de mechanica die relevant zijn bij de probleem inventarisatie en probleem oplossing bij gang problematieken.
• benoemt en beredeneerd hoe de gangbeeld analyse uitgevoerd wordt vanuit biomechanisch oogpunt.
• past de grondreactie kracht en momenten analyse toe.

Protheses en ortheses
De deelnemer
• krijgt inzicht in de werkingsprincipes van diverse ortheses van de onderste extremiteit en het bijbehorend indicatie gebied.
• krijgt inzicht in de werkingsprincipes van diverse protheses van de onderste extremiteit en het bijbehorend indicatie gebied.
• past de verworven kennis over ortheses en protheses toe in zijn therapeutisch methodisch handelen.


Het motorisch leren
De deelnemer
• verwerft kennis over het motorisch leren en is in staat om dit toe te passen bij het aanleren van vaardigheden en activiteiten binnen de revalidatie waarbij het optimaliseren van het gaan centraal staat.
• verwerft kennis over verschillende motorische leerstrategie en kan deze toepassen in de praktijk.
• beargumenteert de gekozen motorische leerstrategie, passend bij de doelstelling van de cliënt, diens mogelijkheden en de voorwaarden van de te lerende taak.

Technologie in de zorg: het Motion Lab
Het overall uitgangspunt van het motion lab is:
De deelnemers inzicht geven dat:
• Een kwantitatieve bewegingsanalyse nuttig is bij een objectieve analyse van de bewegingsmogelijkheid en het herkennen en benoemen van de onderliggende oorzaken van bewegingsstoornissen bij patiënten met cerebrale parese, beroerte, hoofdletsel en andere neuromusculaire problemen.

De deelnemer
• legt de verbanden tussen de technologie en de dagelijkse praktijk en benoemt/ herkent de waarde van deze technologie binnen zijn of haar methodisch handelen.
• herkent/benoemt de kwaliteit van het bewegingspatroon en kan de kennis van deze analyse toepassen binnen het diagnostisch, het behandel therapeutisch en evaluatief process.