Nascholing met (fysieke) bijeenkomst(en)/ accreditatie per bijeenkomst

De kans op bevruchting van een eicel na ovulatie bij aanwezigheid van zaadcellen is vrijwel 100%. De kans dat de bevruchte eicel zich op de juiste plaats innestelt en zich kan ontwikkelen tot een doorgaande zwangerschap is echter maar 20%.

Het is inmiddels bekend dat maternale en paternale factoren mede bepalend zijn voor de verdere celdeling en innesteling van de blastocyst. Ook andere factoren kunnen cruciaal zijn in het proces van de jonge zwangerschap. Daarom wordt meer en meer onderzoek gedaan naar de interactie tussen endometrium en de blastocyst. Verbeterde diagnostiek en specifieke behandelmogelijkheden van abnormale zwangerschappen zorgen daarnaast voor minder complicaties tijdens de zwangerschap.
Tevens hebben vernieuwde inzichten met betrekking tot hypermesis gravidarum geleid tot revisie van standaarddiagnostiek en aanpassingen in de behandeling.

Leerdoelen:
* nieuwe inzichten in bepalende maternale en paternale factoren voor bevruchting en succesvolle zwangerschap
* nieuwe inzicht in richtlijn hyperemesis gravidarum
* nieuwe inzichten in verbeterde diagnostiek en specifieke behandelmethodes

Hoofdniveau

perinatologie

(uro)gynaecologie

voortplantings- geneeskunde