De werkbegeleiderscursus bestaat uit 3 modules/dagen, gericht op het begeleiden en beoordelen van leerlingen/stagiaires/lerenden in de gezondheidszorg. Het bevat de basis voor het begeleiden, maar ook indien een medewerker een opfrismoment kan een module (opnieuw) gevolgd worden. Als professional valt het begeleiden van lerenden onder je functie. Leren op de werkvloer en levenslang leren is daar een belangrijk onderdeel in. Hoe kun je een lerende het beste ondersteunen en coachen tijdens de individuele leerprocessen.

De volgende onderwerpen komen tijdens de modules aan bod:

Module 1

De cursist kan:

• eigen beginsituatie met leerpunten weergeven t.a.v. rol van werkbegeleider
• vertellen wat competentiegericht opleiden inhoud;
• vertellen wat het verschil is tussen het “oude leren” en competentiegericht leren;
• verwoorden wat de rol van de werkbegeleider is in het competentiegericht opleiden;
• opleidingsvisie van WZU Veluwe vertalen naar eigen locatie/team/werkbegeleider;
• vertellen welke leerstijlen er zijn en welke kenmerken erbij horen;
• eigen leerstijl benoemen
• verwoorden wat leervoorkeuren zijn en hoe je dit kunt toepassen in het begeleiden;
• leren op de werkvloer ondersteunen;
• verwoorden wat de taken en verantwoordelijkheden van de afdeling is;
• continuïteit waarborgen in een begeleidingsproces;
• benoemen waardoor een krachtige leeromgeving wordt beïnvloed en wat zijn nadelen daarin.

Module 2:

De cursist kan:

• ondersteunen in het concretiseren van doelen van de lerende;
• aangeven wat coachen inhoudt;
• in een oefensituatie coaching inzetten bij de lerende;
• de regels van feedback verwoorden;
• in een begeleidingssituatie effectieve feedback geven en ontvangen;
• begeleidingsstijl afstemmen op de lerende;
• actief luisteren, doorvragen en samenvatten;
• non verbaal gedrag herkennen en daarop anticiperen;
• gedrag observeren en omschrijven;
• middels het eigen gedrag het gedrag van een ander doelgericht beïnvloeden;
• een evaluatie- en beoordelingsgesprek voeren.

Module 3:

De cursist kan:

• de verslaglegging beoordelen van een evaluatie- en beoordelingsgesprek;
• reflecteren op eigen handelen middels een methodiek (Korthagen/STARR);
• de mate van reflectie van de lerende beoordelen;
• begeleidingsplan opstellen gericht op de eigen afdeling;
• benoemen welke beoordelingsfouten er zijn;
• eigen valkuilen in het beoordelen benoemen;
• benoemen wat van een stagiair/leerling op een bepaald moment in de opleiding verwacht mag worden.