Inleiding

Ouders zijn ten einde raad: hun baby, peuter of kleuter spuugt veel, wil niet eten, huilt aanhoudend, laat zich niet troosten, slaapt moeilijk in of door, heeft last van obstipatie of vertoont moeilijk/lastig gedrag. De betrokken hulpverlener bij het jonge gezin maakt zich zorgen over de veiligheid van het kindje. Kan dit kindje hier veilig en gezond opgroeien?

De gedragsdeskundigen ontvangen een Raadsmelding, vaak vanuit Veilig Thuis, wijkteam, huisarts, omdat de betrokken hulpverlener zich zorgen maakt over de (zeer jonge) kinderen in het gezin. Het is de taak van de gedragsdeskundige om te inventariseren waar de beschreven problemen uit voortkomen. De gedragsdeskundigen voeren gesprekken met de omgeving (huisarts, CJG, school, kinderdagverblijf) om te kunnen adviseren over een Onder Toezicht Stelling of Uithuisplaatsing zodat de rechter daar een uitspraak over kan doen.  

Doel

Na afloop kunnen de deelnemers:

Veelvoorkomende fysieke klachten van jonge kinderen interpreteren naar oorzaak en gevolg en daarnaar handelen.

Nog beter leren inschatten en onderscheiden wat de (medisch verklaarbare) kindfactoren zijn en wat de ouder-kindfactoren zijn en wat de ouderfactoren zijn.

De cirkel van veiligheid als instrument kunnen gebruiken ter inventarisatie van de ouder-kindrelatie.

Veel voorkomende medische problematiek van de zuigeling en peuter/ kleuter niet uitsluitend medisch duiden, maar -waar aanwezig- te kunnen relateren aan de voorgeschiedenis van kind en ouders;

Met IMH- basiskennis kunnen inschatten wat de impact is van de verstoorde ouder-kindrelatie en welke aanvullende hulp of maatregel noodzakelijk is zodat het kindje veilig en gezond kan opgroeien.

Een korte inventarisatie te maken van factoren, die voor of ttv zwangerschap, geboorte en/of de zuigelingentijd invloed kunnen hebben in (on-)gunstige zin op de ontwikkeling van het kind in relatie tot de ouder(s)/verzorger(s.