Inleiding

Als kraamverzorgende maak je tijdens je werk een gezin intensief mee. Als er in het gezin kinderen rondlopen uit een eerdere relatie (en dit komt steeds vaker voor), vraagt dit van alle betrokkenen extra aandacht. Vrouwen en mannen die stiefkinderen hebben en vervolgens zelf een kind krijgen worstelen vaak met vragen, verwarrende gevoelens en dilemma’s. Kom je als kraamverzorgende in een stief- of samengesteld gezin, dan is het van enorme toegevoegde waarde als je kennis hebt van de specifieke kenmerken en gevoeligheden en hoe je zo'n gezin het beste daarbij kunt ondersteunen.

Doel

De kraamverzorgende weet hoe ze een stief- of samengesteld gezin waarin een gezamenlijk kindje is geboren het beste kan ondersteunen, omdat ze kennis heeft van de specifieke uitdagingen van het stief- of samengestelde gezin en handvatten heeft om hier zorgvuldig mee om te gaan.

Inhoud

De scholing is interactief en praktisch qua opzet. De volgende onderdelen komen aan bod:

1. Waarom deze scholing?

2. Wat is een stief- of samengesteld gezin en hoeveel zijn er?

3. Wat zijn de zeven kenmerken van het stiefgezin?

4. Welke specifieke uitdagingen heeft de kraamvrouw met stiefkinderen?

5. Wat kan de kraamverzorgende doen?

6. Vragen en evaluatie

Leerdoelen

Na de scholing:

• Kennen de deelnemers de definitie van kerngezin, stiefgezin en samengesteld gezin;

• Hebben de deelnemers informatie over het aantal stief- en samengestelde gezinnen in Nederland;

• Kennen de deelnemers de zeven kenmerken van een stiefgezin;

• Weten de deelnemers welke uitdagingen de kraamvrouw met stiefkinderen heeft;

• Weten de deelnemers hoe ze een gezin waarin stiefkinderen rondlopen het beste kunnen ondersteunen.