De laatste jaren groeit het inzicht dat mensen en dieren dezelfde aandoeningen hebben. En dat dierenartsen en mensenartsen veel van elkaar kunnen leren. Dit wordt ‘comparative medicine’ genoemd. Zoobiquity onderzoekt hoe overeenkomsten tussen mens en dier gebruikt kunnen worden voor de diagnose, behandeling en genezing van ziektes bij beiden. Want als we weten hoe deze ziektes bij de ene soort kunnen worden bestreden, ligt genezing bij de andere soort binnen handbereik.
Daarom organiseert het Kennisnetwerk Zoönosen Midden-Nederland op donderdag 13 september 2018 een Zoobiquity-congres in Dierenpark Amersfoort. In de Verenigde Staten zijn dergelijke congressen een groot succes (zoobiquity.com) Vanuit verschillende invalshoeken bespreken veterinaire en humane artsen ziektebeelden die zowel bij dieren als bij mensen voorkomen. Wat zijn de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten? En hoe kunnen veterinaire en humane artsen van elkaar leren?
leerdoelen
1. samenwerking: de cursist ziet in dat samenwerking met de veterinaire geneeskunde kan zorgen voor nieuwe inzichten en een frisse blik op bestaande ziektebeelden bij de mens. Artsen en dierenartsen kunnen van elkaar leren door verschillen en overeenkomsten te zien in de manier van handelen (bijvoorbeeld het afnemen van een anamnese, opstellen van een DD) en inhoudelijke kennis. In het geval van infectieziekten is het zelfs van groot belang dat beide disciplines (veterinaire en humane geneeskunde) samenwerken omdat infectieziekten bij mensen afkomstig kunnen zijn van dieren, of andersom.
2. kennis en wetenschap: de cursist krijgt inzicht in het begrip 'zoobiquity' (comparative medicine) en begrijpt het belang van het vergelijken van ziektebeelden (en literatuur) bij mens en dier. Er liggen bijvoorbeeld grote kansen op het gebied van onderzoek: het vergelijken van mechanismen en behandelingen bij humane en veterinaire ziektebeelden en risicofactoren van lichamelijke en psychische aandoeningen.
Het Kennisnetwerk Zoönosen Midden-Nederland schept mogelijkheden om de gezondheid van mens en dier in de regio Midden-Nederland op een hoger niveau te brengen vanuit het One Health-perspectief en levert zo een bijdrage aan de preventie en bestrijding van zoönosen en antibioticaresistentie.