Opleidingen details Stichting SGGZ Apeldoorn
Bij- en nascholingscursus indicatiestelling en behandeling Verslavingszorg SGGZ Verslavingszorg Apeldoorn (ID nummer: 330977)
Cursus met (fysieke) bijeenkomst(en)/ accreditatie per bijeenkomst
CategorieGeaccrediteerde puntenAccreditatieperiode
Nascholing praktijkondersteuners24-10-2018 t/m 3-10-2019
Als u als professional deze cursus gevolgd heeft dan wordt de presentie ingegeven door de opleider.

Doelgroep

Deze cursus/workshop staat open voor professionals in de GGZ, met name POH-GGZ, werkend met patiënten met verslavingsproblematiek.

 

Docenten                          

-        Mevr. van Mook, klinisch psycholoog/psychotherapeut/IMH-specialist

-        Mevr. van der Peet-Wierstra, psycholoog in opleiding tot GZ-psycholoog

-        Mevr. Selders, GZ psycholoog

-                                              -        Mevr. Zeinstra, maatschappelijk werkster
-        Dhr. van Dijk, sociotherapeut

 

Locatie

SGGZ Apeldoorn, Vosselmanstraat 2, 7311 CL Apeldoorn

 

Administratie/Registratie

SGGZ Verslavingszorg Apeldoorn
t.a.v. Marian Schoneveld, Managementassistente

Vosselmanstraat 2

7311 CL Apeldoorn

 

Duur     

1 bijeenkomst van 2 uur.

 

Prijs

Gratis deelname voor POH-GGZ

 

Data in 2018

4 oktober 2018

 

Tijden/Programma                                       

17.00 uur                               Welkom door Bestuurder en Hoofd Behandeling
17.05-19.00 uur                  Programma:

                                                  -Hoe herken ik een verslaving: indicatiestelling

                                                  -Visie op verslavingsbehandeling

                                                  -Klinische (dag) behandeling

                                                  -Psychosociale re-integratie en sociaal maatschappelijk herstel

                                                  -Consultatie

 

Deze workshop start met het bespreken van indicatie stelling aan de hand van de DSM5 criteria en de specifieke signalen bij verslavingsproblematiek. Vervolgens wordt middels motiverende gespreksvoering stilgestaan bij hoe je verslaving met een patiënt bespreekbaar maakt.

Daarna gaan we in op recente wetenschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot visie op verslavingsbehandelingen en wat dit bijvoorbeeld betekent voor een klinische (dag) behandeling waarin psychosociale re-integratie en sociaal maatschappelijk herstel van wezenlijk belang is.

Tot slot komt aan bod hoe een POH GGZ in zijn dagelijkse werk meer gebruik kan maken van consultatie bij verslavingszorg deskundigen.

 

Verantwoording

 

Motiverende gespreksvoering:

Veel hulpverleners ervaren dat het lastig kan zijn om bij een patiënt over verslaving te beginnen. Ze stuiten tegen veel weerstand wanneer ze beginnen over het middelengebruik van hun patiënt, en vinden dit lastig omdat ze niet in een strijd met hun patiënt terecht willen komen.
Een gesprekstechniek die erg kan helpen in het bespreken van verslaving met een patiënt vanuit een houding van samenwerking ipv strijd is motiverende gespreksvoering.

Binnen motiverende gespreksvoering neem je een begripvolle en ondersteunende houding aan in plaats van een confronterende houding. Je sluit aan bij patiënt en stelt vooral open vragen, luistert reflectief en vat samen. De grondhouding is gelijkwaardigheid en samenwerking.  Wanneer je ambivalentie bij patiënt opmerkt probeer je verandertaal uit te lokken; ‘aan de ene kant vindt u dit, maar aan de andere kant … ‘ Met ambivalentie wordt bedoeld dat een patiënt gemengde gevoelens heeft over veranderen. Hij of zij wil op een bepaald niveau zeker veranderen, maar ziet ook bezwaren en obstakels. Door deze gevoelens te verkennen en het maximaal aanwezige veranderpotentieel van de patiënt aan te boren, wordt bereikt dat de patiënt zelf uitspreekt dat gedragsverandering gewenst is. Je stelt onderzoekende vragen over wat iemand wil. Er wordt geen advies gegeven, mits er toestemming is gevraagd.

Bij Motiverende Gespreksvoering gaat het erom om ambivalentie te ontwikkelen en vervolgens op te lossen. Verandering wordt gemotiveerd en in gang gezet door een waargenomen discrepantie tussen het huidige gedrag en belangrijke doelen of waarden, de gewenste toekomst. Daartoe moet de hulpverlener verandertaal uitlokken bij de patiënt; een manier van communiceren waardoor wordt uitgelokt dat patiënt redenen om te veranderen en de voordelen daarvan gaat benoemen.

Zorg ervoor dat je verandertaal teweegbrengt op de volgende vier gebieden:

  • Voordelen van het veranderen
  • Nadelen van het niet-veranderen
  • Optimisme over het veranderen teweegbrengen
  • De bedoeling om veranderen onder woorden te brengen

 

Er zijn vier basisgesprekstechnieken (ORBS) die belangrijk zijn in de begeleiding van veranderende mensen.

1. Open vragen stellen

2. Reflectief luisteren
Reflectief luisteren is luisteren naar wat de ander eigenlijk wil zeggen, maar misschien niet onder woorden brengt. Hierbij vraagt de begeleider zo weinig mogelijk, maar geeft reflecties, liefst zo kort mogelijk (‘je bent boos’ ipv ‘klopt het dat je boos bent?’).

3. Bevestigen

De hulpverlener dient de inspanningen van de ander op te merken en te benoemen. Ook dien je als hulpverlener de kwaliteiten die de ander heeft te herkennen en te benoemen. Mensen veranderen namelijk alleen als ze geloven dat ze in staat zijn om te veranderen.

 

 

 4. Samenvatten

De MATE; Meten van Addicties voor Triage en Evaluatie

De MATE is ingericht om valide en betrouwbaar patiëntkenmerken vast te stellen ten behoeve van de indicatie voor zorg en behandeling in de verslavingszorg en ten behoeve van de evaluatie van verleende zorg en behandeling.

De MATE stelt onder meer vast: het gebruik van psychoactieve middelen, de verslavingbehandelingsgeschiedenis, de diagnoses afhankelijkheid en misbruik volgens de DSM, de sterkte van het verlangen naar psychoactieve middelen.

Voorts stelt de MATE vast gegevens ten behoeve van een indicatie voor somatisch-medisch consult en/of psychiatrisch/psychologisch consult, onder ander aan de hand van angstdepressiestoornissen en andere belangrijke psychische aandoeningen, waaronder een indicatie van persoonlijkheidsproblematiek en gegevens over lichamelijke ziekten en klachten.

De MATE levert uitslagen in 20 MATE-scores.

Handleidingen, protocollen en de vragenlijst zelf: www.mateinfo.nl

 

 

Recente wetenschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot visie op verslavingsbehandelingen

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de therapeutische relatie de enige procesfactor in de behandeling, met een voorspellend effect op symptoomafname tijdens en na een behandeling, is.

Lambert (1992) deed onderzoek naar percentages van behandelsucces en kwam tot onderstaande conclusie.

 

 

15% Technieken: specifieke methode.

30% Algemene factoren waaronder de therapeutische relatie (de band tussen therapeut en patiënt).**

40% cliënt, therapeut en externe factoren: o.a. persoonlijkheid, leeftijd, opleidingsniveau van therapeut, jaren ervaring, etc.

15% hoop, verwachtingen en placebo-effect.

Een visie binnen de verslavingszorg die hierbij aansluit is een, op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde, visie die gebaseerd is op twee fundamentele principes:
Het eerste fundament is dat de behandelaar de verslaving primair als een sociaal proces ziet waarbij de verslaafde iemand is die in de kern naar een veilige hechtingsrelatie* (attachment) verlangt. 

Deze zienswijze is duidelijk anders dan die welke verslaving ziet als een proces waarbij de verslaafde met zijn gebruik naar een zintuiglijke beloning (plezier/lust) zoekt.

Het tweede fundament is dat de behandelaar de kwaliteit van de therapeutische relatie ziet als het meest werkzame bestanddeel in de totale behandeling.

Binnen een behandeling die werkt vanuit deze visie staat dan ook de therapeutische relatie, die voor de patiënt een aanzet is tot de internalisatie van nieuwe gezonde hechtingsrelaties, centraal. Hiermee wil de behandelaar de verslavingscycli doorbreken en de patiënt laten terugkeren in een emotioneel verbonden en voldoening gevend sociaal netwerk waaraan het in hun leven altijd zo heeft ontbroken. Het helpt om bij deze ernstige doelgroep te denken in herstelmogelijkheden en in (her)winnen van eigen regie en autonomie (uitgangspunt van De Nieuwe GGZ).

Een behandelgroep kan fungeren als de plaats waarin de patiënt zich aspecten en kwaliteiten van relaties gaat herinneren, beleven, communiceren, die hij tot dan toe ver buiten zijn bewustzijn hield. Doordat de overgedragen beelden, verwachtingen, gevoelens en ervaringen erkend en benoemd worden, worden ze voor de patiënt toegankelijk en bewerkbaar, en blijven ze hem niet drijven naar het bijvoorbeeld steeds opnieuw herhalen van negatieve vormen van relaties.

De therapeutische relatie is te beschouwen als een nieuwe relatie die drager wordt van allerlei (ambivalente en conflictueuze) gevoelens en representaties die werden opgebouwd in vroegere relaties.

 

Innerlijke voorstellingen blijven bij ieder mens open voor verandering door ervaringen in zowel bestaande als in nieuwe relaties.

Therapeutisch herstel heeft te maken met nieuwe betekenissen herontdekken en oude verlangens bevrijden, een proces dat niet kan plaatsvinden zonder dat er gerouwd wordt om pijnlijke kanten van oude objectrelaties/hechtingsrelaties. Dergelijk ‘rouwen’ om wat er pijn deed of eventueel traumatisch was in belangrijke relaties, kan echter slechts binnen een nieuwe relatie die de pijnlijke gevoelens van verdriet, woede, ontgoocheling, inherent aan deze rouw, kan verdragen en draaglijk maken.

Het is met andere woorden niet in eerste instantie de ‘correctieve ervaring’ van de nieuwe gehechtheidsrelatie die therapeutisch werkt, maar wel het feit dat een voldoende goed en zorgzaam therapeutisch kader de patiënt in contact kan brengen met de pijn en het verdriet hierover. Vervolgens kan worden gerouwd. Net daarin situeert zich het proces van psychische groei en verandering. Het gevoel waardeloos te zijn en de zorg van anderen niet te verdienen kan minder dominant worden, terwijl veiligere beelden over zelf en anderen sterker kunnen worden.

Een groepsbehandeling creëert op die manier ‘ruimte waarbinnen contact mogelijk wordt met diverse bewuste en onbewuste interne representaties van zelf en anderen’. Van daaruit kan de betekenis van relationele gebeurtenissen gaan veranderen. Het is dit verwerkingsproces dat verandering teweeg brengt, eerder dan dat die ‘goede therapeut’ invult of goedmaakt wat in de geschiedenis als een diep gemis werd ervaren.

 

Binnen een verslavingsbehandeling is het belangrijk om vanaf het begin van de behandeling te starten met psychosociale re-integratie en sociaal maartschappelijk herstel (middels gesprekken met een persoonlijk begeleider waarin zaken als wonen, werken, financiën, levensstijl, sociale contacten worden besproken).

 

Tot slot moet het een vanzelfsprekendheid zijn om het systeem (Ouders, (ex-) partners en kinderen) rondom een patiënt intensief bij de behandeling te betrekken. Naast op de individuele situatie afgestemde systeemgesprekken, zijn groepsbijeenkomsten voor familieleden erg zinvol.

 

*Hechting, in de normale ontwikkeling: Als een mens overspoeld wordt door separatie angst, verlatingsangst, ervaart men een diepe psychische wond, een interne psychologische ervaring van pijn die geen duidelijke lichamelijke oorzaak heeft.

Separatie angst helpt positieve sociale binding te faciliteren omdat sociale banden deze psychische pijn verlichten/verzachten en ze vervangen het door een gevoel van troost en ergens bij horen.

Panksepp en Solms beschrijven het hierbij betrokken  systeem  als ‘the SEEKING system’. Dopamine is het chemische subtraat dat het vrolijke, optimistische, nieuwsgierige, op de externe wereld gerichte gedrag veroorzaakt. Dit gedrag verhoogt de kans dat de mens het werkelijke object van zijn behoefte, zijn hechtingsfiguur,  ontmoet. Er is dus een primair instinct om zich met de omgeving te verbinden.

Drugs als cocaïne zijn dopamine activerende substanties die  het zoeken naar het hechtingsfiguur  (weliswaar op een niet adequate wijze) ondersteunen (ze verhogen zelfvertrouwen, etc.). Het object van de verslaving is dan dus niet het stimulerende middel  maar de mogelijkheid (of verwachting of hoop) om sociale, seksuele en andere biologisch gezien belangrijke beloningen, die het middel kunstmatig opwekt, te krijgen.

Wat de verslaafde werkelijk wil is de verloren attachments herstellen. Als er eenmaal een attachment is, is de hereniging met het attachment object het plezier/lustvolle dat de verslaafde zoekt.

Dit maakt dat een intensief psychotherapeutische groepsbehandelprogramma een effectieve manier is om de verslavingscycli te doorbreken. Onderdeel van een  behandelprogramma is de patiënten in een emotioneel betrokken en voldoening gevend sociaal netwerk, wat altijd zo heeft ontbroken in het leven van veel verslaafden,  terug te laten keren.

 

**Tot de algemeen werkzame factoren in psychotherapeutische behandeling worden gerekend:

-De participatie in een therapeutische relatie; elke therapie is gestructureerd (er is een begin en een eind), heeft vorm, regels en inhoud. Er wordt een context neergezet en een relatie aangegaan die vertrouwenwekkend is en veilig moet zijn. Interactie is het centrale proces. Een onvoorwaardelijke positieve blik, congruentie en uitgedragen empathie kenmerken de werkzame therapeutische relatie.

-De verwachting dat er hoop is en dat de therapie helpt; therapie is een model, een kader dat hoop biedt en dat gericht is op verandering, op herstel.

-Een extern perspectief op de problemen; een therapeut biedt een ´outsiders´ view, is objectief, biedt informatie, exploreert en formuleert alternatieven om met de problemen om te gaan (biedt een model van gezondheid).

-De mogelijkheid (herhaaldelijk) de realiteit te toetsen; er is oefening in vitro en in vivo.

-De bevordering van correctieve emotionele ervaringen.

 

 

Klinische (dag) behandeling, een voorbeeld

 

Veel mensen die met een verslaving te maken hebben gehad zijn gedurende de periode van actief gebruik voornamelijk met hun verslaving bezig geweest. Hierdoor is er weinig aandacht geweest voor hygiëne, structuur en gezonde (sport)activiteiten. Binnen een kliniek begeleid je patiënten in het aanbrengen van structuur en leer je hen hierin overzicht te bewaren. Binnen een kliniek oefenen patiënten met de communicatie naar groepsgenoten en kunnen eventuele frustraties bespreekbaar worden gemaakt.

Patiënten oefenen binnen een kliniek met de vaardigheden die ze tijdens een dagbehandeling leren. Hierdoor sluit de dagbehandeling aan op het verblijf in de kliniek. Binnen de veilige setting kunnen patiënten hun vaardigheden uitbreiden, waarbij de kans op abstinent blijven wordt vergroot.
 

Een voorbeeld:
12 weken groepsbehandeling in (dag)-klinische setting waarbij een mogelijkheid tot 24 uurs opname. Het programma bestaat uit groepsbehandelingen met individuele gesprekken op indicatie. Indicatie is mogelijk voor EMDR, systeemgesprekken, psychologisch onderzoek, persoonlijke begeleiding, dramatherapie en PMT. In de behandelgroepen is een vaste begin en eindtijd en er zijn vaste behandelaren.

Uitgangspunt/behandeldoel is: vasthouden van de abstinentie door (in)zicht te krijgen op het ontstaan van én de betekenis van het verslavingsgedrag. Hieruit vloeit voor iedere patiënt het individuele behandelplan voort waarin ook het systeem (partners, kinderen) betrokken worden.

Naast het enerzijds vasthouden van de abstinentie wordt ook de onderliggende persoonlijkheidsproblematiek aangepakt en worden vanaf de start van een behandeling met een persoonlijk begeleider gesprekken gevoerd in het kader van psychosociale re-integratie en sociaal maatschappelijk herstel. Middel is het bieden van een zeer intensief psychotherapeutisch behandelklimaat waarbij wordt gericht op de diepere betekenis van het verslavingsgedrag. Middels follow up contacten na 1 maand, 3 maanden, 6 maanden en 12 maanden wordt met de Regiebehandelaar en de patiënt besproken hoe het op dat moment met de patiënt is. 

Drie behandelgroepen

 

1 Inzichtgevende groep

Patiënten in deze behandelgroep hebben een meer neurotische persoonlijkheidsstructuur en zij hebben automatische rigide manieren ontwikkeld om lastige gevoelens niet te voelen. Deze afweerpatronen helpen om niet te voelen, maar kunnen tegelijkertijd klachten als verslavingsgedrag veroorzaken.

In deze behandel groep staat het leren voelen centraal. De patiënt krijgt hierbij inzicht in mogelijke onbewuste verlangens, conflicten en neigingen. Het  kerndoel is om te leren lastige gevoelens als angst, schaamte, boosheid, pijn en schuld niet meer te vermijden en zo ruimte te maken voor  verborgen,  ‘gezonde’ of adaptieve gevoelens (zelfcompassie, assertiviteit, verdriet, zelfwaardering etc.).

Het doel is uiteindelijk te komen tot een balans tussen de zorg voor eigen behoeften en gevoelens en behoud van het contact met anderen.

 

2 Emotie regulatie groep

Bij patiënten in deze behandelgroep is er sprake van een meer borderline persoonlijkheidsstructuur en loopt de spanning in het algemeen snel op. Emoties worden intens beleefd, er is sprake van stemmingswisselingen en impulsief (verslavings-) gedrag. Langdurige intieme relaties zijn vaak moeilijk. Bij spanning neemt het vermogen tot mentaliseren af.

In de mentaliseren bevorderende behandeling leer je eigen gedrag en gevoelens en dat van anderen begrijpen en verklaren vanuit achterliggende gevoelens, gedachten, behoeften en motivatie. Dat helpt je om beter met anderen en jezelf om te gaan.

Doordat je de anderen en jezelf beter begrijpt, word je zekerder van jezelf en ook steeds stabieler.

 

3 Steunend/structurerende groep

Patiënten in deze behandelgroep hebben behoefte aan een vaste en duidelijk gestructureerde behandelcontext waarin sprake is van een vast (dag) programma. Patiënten met een meer rigide bouw (ontwikkelingsproblematiek), een psychotische persoonlijkheidsstructuur,  problemen met de executieve functies of lagere cognitieve functies passen ook heel goed in deze groep. 

Het doel van de steunend-structurerende behandelgroep is (sociale) angst- en stemmingsklachten die vaak samenhangen met het verslavingsgedrag verminderen en de mogelijkheden om met deze klachten om te gaan te vergroten. Doel van de behandeling is om het dagelijkse leven meer structuur te geven. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het verbeteren van de zelfzorg, het onderhouden van relaties, het oppakken van hobby’s en/of (vrijwilligers)werk en het vergroten van het sociale netwerk.

Na de behandeling is er de mogelijkheid om nog 5 ambulante gesprekken met de persoonlijk begeleider (PB’er) te hebben (strippenkaart).

 

 

 

Psychosociale re-integratie en sociaal maatschappelijk herstel

 

In een behandeling komen principes vanuit de Community Reinforcement Approach (CRA) naar voren. Vanuit de CRA wordt gezegd dat mensen afhankelijk van middelen blijven doordat zij worden omgeven door een overmaat aan factoren die hun alcohol- en/of drugsgebruik bekrachtigen. Aantrekkelijke, niet-verslavingsgebonden alternatieven zijn in onvoldoende mate aanwezig of ontbreken zelfs.

Verslaving is niet een op zichzelf staand probleem maar vaak een complex geheel van problemen om allerlei gebieden. Veelal spelen praktische problemen een grote rol in de instandhouding van de verslaving.

Vanaf dag 1 van een behandeling moet een start gemaakt worden met het werken aan omgevingsfactoren die, wanneer deze verbeteren, de kans op terugval verkleinen. In groepssessies kunnen thema’s zoals bijvoorbeeld een gezond sociaal netwerk en dag invulling besproken. Gedurende de behandeling heeft een patiënt wekelijks één of meerdere individuele gesprekken met zijn persoonlijk begeleider. Deze gesprekken hebben tot doel te werken aan de praktische hulpvragen die een patiënt heeft.

Levensgebieden/hulpvragen waar aan gewerkt wordt door de patiënt samen met zijn persoonlijk begeleider zijn:

Wonen

Huishouden

Werk/Opleiding

Financiën

Sociaal netwerk

Sociale en recreatieve activiteiten

Persoonlijke gewoonten

Relatie met partner, familie en kinderen

Politie en justitie

Communicatie

Gezondheid

Zingeving

 

De hoeveelheid en de wijze van ondersteuning die een patiënt nodig heeft bij zijn of haar praktische problemen varieert. Zorg zal daarom ook altijd zoveel mogelijk worden afgestemd op die specifieke patiënt.

 Consultatie

 

Verschillende vormen van consultatie bij (vermoeden van) verslavingszorg worden besproken.

 

 

 

 

 

 

 

Voorwaarden verwerving accreditatiepunten

  • Tijdens de bijeenkomst wordt een presentielijst getekend door de deelnemers.
  • Na de bijeenkomst dienen de cursisten een lijst met 4 korte vragen in te vullen. Op deze wijze wordt de behandelde stof getoetst.

 

workshop
-Hoe herken ik een verslaving: indicatiestelling
-Visie op verslavingsbehandeling
-Klinische (dag) behandeling
-Psychosociale re-integratie en sociaal maatschappelijk herstel
-Consultatie

Deze workshop start met het bespreken van indicatie stelling aan de hand van de DSM5 criteria en de specifieke signalen bij verslavingsproblematiek. Vervolgens wordt middels motiverende gespreksvoering stilgestaan bij hoe je verslaving met een patiënt bespreekbaar maakt.
Daarna gaan we in op recente wetenschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot visie op verslavingsbehandelingen en wat dit bijvoorbeeld betekent voor een klinische (dag) behandeling waarin psychosociale re-integratie en sociaal maatschappelijk herstel van wezenlijk belang is.
Tot slot komt aan bod hoe een POH GGZ in zijn dagelijkse werk meer gebruik kan maken van consultatie bij verslavingszorg deskundigen.
0
5
25
Docenten
- Mevr. van Mook, klinisch psycholoog/psychotherapeut/IMH-specialist
- Mevr. van der Peet-Wierstra, psycholoog in opleiding tot GZ-psycholoog
- Mevr. Selders, GZ psycholoog
- Mevr. Zeinstra, maatschappelijk werkster
- Dhr. van Dijk, sociotherapeut
1,75
POH-GGZ
Mondeling
Powerpoint
Rollenspel
 
 
Nee
Er zijn voor de deelnemers geen kosten aan verbonden
Ja
 Ik ga akkoord met het invoeren van de presentie in PE-online uiterlijk 6 weken na afloop van de nascholing
4-10-2018
Tijd16:00 - 18:00
LocatieApeldoorn (NL) (Toon kaart)
OpmerkingenOp de routeplanner ingeven Vosselmanstraat 1, daar zitten wij recht tegenover

Stichting SGGZ Apeldoorn is een verslavingsinstelling in Apeldoorn
Vosselmanstraat 2
7311 CL
Apeldoorn
0558434895