In deel 4 worden alternatieve vormen van parodontale therapie besproken en welke rol deze spelen in de praktijkvoering. Daarnaast wordt inzichtelijk gemaakt hoe het vervolgtraject na de niet-chirurgische parodontale therapie wordt bepaald en hoe de indicatie voor parodontale chirurgie wordt gesteld. Vervolgens wordt besproken van welke factoren de frequentie en de inhoud van de vervolg- dan wel nazorgfase afhangen en wordt tot slot een workshop classificeren gehouden.
De cursus is een interactief hoorcollege, waarbij de cursist actief participeert en bijdraagt in de kennisuitwisseling. Daarnaast wordt een workshop classificeren van parodontitis gehouden.
Voor deelname dient ‘Klinische parodontologie - part 1’ gevolgd te zijn.
LeerdoelenDe cursist:- heeft inzicht in de relevantie van andere methodieken van biofilmbestrijding- kan een gewogen keuze maken in een alternatieve vorm van parodontale therapie- heeft kennis van de klinische factoren die van invloed zijn op parodontale progressie- begrijpt wanneer en waarom parodontale chirurgie geïndiceerd is en kan hiernaar handelen- begrijpt waarop parodontale nazorg is gericht en wat deze inhoudt en wanneer deze begint- heeft inzicht in de relatie tussen de frequentie van nazorg en risicofactoren- kan m.b.v. de kennis uit part 1 t/m 4 paro-patiënten adequaat behandelen en/of verwijzen
Na- en bijscholingsinstituut voor mondhygienisten.Onderdeel van NVM-Mondhygienisten.