Schemacoaching is een intergratieve vorm van coaching, waarin inzichten en interventies zijn opgenomen vanuit de leertheorie, de cognitieve theorie, de client-centered theorie, de pychodynamische theorie, en de hechtingstheorie (Van Genderen & Arntz, 2010). De positieve psychologie biedt een goede orientatie op gezond functioneren. 

Schema’s zijn generalisaties van kennis, gevormd door herhaalde ervaringen en de manier waarop daar betekenis aan wordt gegeven. Functionele schema’s zijn adaptieve overtuigingen die een realistische inschatting van ervaringen ondersteunen. Disfunctionele schema’s daarentegen verwijzen naar mal-adaptieve overtuigingen van de persoon over zichzelf, de ander en de wereld om zich heen. Deze disfunctionele opvattingen staan gezond en bewust functioneren in de weg. Dit geldt voor het functioneren in het persoonlijke leven, en in het werkzame leven inclusief de prestaties die op het werk worden geleverd.

Leerdoel 1. Een casusconceptualisatie maken

In de cusus zal het schemamodel worden geleerd dat door Young et al. (2005) is ontwikkeld. Wat zijn veel voorkomende schema’s en coping stijlen? Op welke manier hebbben de opvoedingsstijlen van ouders invloed op het ontstaan van schema’s en coping stijlen? 

Leerdoel 2. Technieken toepassen die schema’s veranderen

Door middel van experiëntiële technieken wordt geleerd hoe disfunctionele schema’s worden teruggedrongen. De cursist leert imaginatie oefeningen en meerstoelen technieken toe te passen. 

Leerdoel 3. Gezond gedrag versterken

Cognitieve- en leertheoretische technieken worden toegepast om gezond gedrag aan te versterken. De cursist leert disfunctionele cognities uit te dagen, en gedragsveranderende oefeningen toe te passen zodat gezond gedrag wordt versterkt.