Door het preferentiebeleid zijn generieke geneesmiddelen in Nederland zo goedkoop geworden dat fabrikanten het vaak niet meer lonend vinden om die hier op de markt te houden. Artsen benaderen apothekers steeds vaker met de vraag of zij het niet leverbare geneesmiddel, zoals bijvoorbeeld lidocaïne, magistraal kunnen bereiden. De meeste openbaar apothekers moeten dan nee verkopen omdat ze geen bereidingsfaciliteiten meer hebben. Het aantal bereidingsapotheken is vanaf de jaren zeventig dramatisch teruggelopen tot ongeveer 300 nu. De vraag die op deze dag centraal staat is hoe deze ontwikkeling is verlopen en welke mogelijkheden er zijn om geneesmiddelen weer op individueel recept van de arts in de openbare en ziekenhuisapotheek te gaan bereiden.
Achtergrond:
In de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw vond er een grote verandering in ons vak plaats. Door de opkomst van de verpakte geneesmiddelen werd de rol van de apotheker als bereider van geneesmiddelen steeds minder van belang. Het aantal en het aandeel bereidingen nam in deze decennia flink af, maar ook de kwaliteit van die bereidingen kwam ter discussie te staan. Hoe goed waren die bereidingen eigenlijk en wisten de apothekers hier wel voldoende van? Kritische geluiden werden met name in de tachtiger jaren gehoord, waardoor de bereiding in de apotheek verder onder druk kwam te staan.
De kritiek op de kwaliteit van de bereidingen gebeurde in een tijd dat de kwaliteit van de gezondheidszorg steeds meer aandacht kreeg. De kwaliteit van het voorschrijven bijvoorbeeld stond ter discussie en men maakte zich zorgen over de grote verschillen tussen huisartsen. Er ontstaan in die tijd platforms binnen beroepsgroepen en tussen beroepsgroepen die de kwaliteit bediscussiëren en verbeteringen voorstellen. Een van de uitkomsten is de formulering van richtlijnen en standaarden, zoals van de NHG. Ook de KNMP doet aan die discussies mee en neemt de kwaliteit van het apotheekwerk ter hand. De NAN ontstaat. Het LNA schenkt steeds meer aandacht aan kwaliteit en ondergaat een gedaantewisseling, waarbij bereidingen slechts onderdeel zijn van het grote geheel van de productzorg. De apotheker dient de deskundige te blijven op dit terrein! Wie anders? Ondertussen staat de tijd niet stil en verandert het beeld van de ontwikkeling van geneesmiddelen: steeds meer geneesmiddelen van biologische aard, eiwitten veelal bedoeld voor beperkte patiëntengroepen. Discussies over aan de ene kant de hoge prijzen voor nieuwe geneesmiddelen en aan de andere kant de tekorten bij generieke geneesmiddelen doen terugverlangen naar de bereidingen in de apotheek. Er worden concrete voorstellen geformuleerd om deze geneesmiddelen concurrerend in apotheken te bereiden.
De tijd van de bereidingen in apotheken leek voorbij, maar nieuwe mogelijkheden dienen zich aan. Het is belangrijk om toekomstscenario’s met elkaar te delen.De belangrijkste leerdoelen (wat weten/kunnen de deelnemers na afloop?)
In de nascholing wordt niet alleen teruggekeken op de ontwikkeling rondom de bereidingen in apotheken, maar wordt ook gekeken naar de stand der dingen anno nu en wordt gefilosofeerd over bereidingen en productzorg in de toekomst. Steeds wordt de rol van de openbaar en ziekenhuisapotheker daarin belicht, maar ook de beroepsvereniging met het LNA komt voorbij.
Brancheorganisatie apothekers