Algemene informatie
In de diergeneeskundige praktijk worden regelmatig patiënten met oogproblemen aangeboden. Het is dan ook belangrijk om een volledig oogonderzoek te kunnen uitvoeren en de bevindingen te kunnen interpreteren. En om zelf nauwkeurig eenvoudige oogheelkundige ingrepen te kunnen verrichten. 

In deze interactieve cursus wordt aan de hand van veel beeldmateriaal en praktische oefening de basis van de veterinaire oogheelkunde behandeld. In het eerste deel van het programma wordt de kennis van het oogonderzoek opgefrist, met speciale aandacht voor de interpretatie van fundusbeelden. Vervolgens wordt het spleetlamp- en fundoscopisch onderzoek praktisch geoefend.

Het tweede deel van het programma wordt besteed aan ooglidchirurgie. De voorbereiding van de patiënt, de instrumentkeuze, hechtmateriaal, het eventuele gebruik van een loepbril en de basisregels voor ooglidchirurgie worden besproken, waarna enkele veel voorkomende ingrepen aan de oogleden worden geoefend (practicum).

Na afloop van deze cursus zult u met meer plezier en zelfvertrouwen uw oogheelkundige patiënten onderzoeken en behandelen.

Doelgroep
Gezelschapsdierenartsen en dierenartsen uit de gemengde praktijk die hun basiskennis van de veterinaire oogheelkunde willen vergroten, niveau I. 

Onderwijsdoel
Na het volgen van deze cursus is de dierenarts weer up-to-date aangaande het oogonderzoek bij gezelschapsdieren (kennis; tevens vaardigheid in het uitvoeren van spleetlamponderzoek en fundoscopisch onderzoek bij hond en kat) en ooglidchirurgie bij gezelschapsdieren (basiskennis en -vaardigheden).