De cursus ‘Kinderorthopedie voor fysiotherapeuten: Fysiotherapie bij jeugdigen met musculoskeletale aandoeningen in de eerstelijns praktijk’ beoogt fysiotherapeuten te bekwamen in het screenen, onderzoeken en het komen tot een evidence based behandelprogramma van jeugdigen (8-18 jaar) die zich in de eerstelijns fysiotherapiepraktijk presenteren met klachten over het bewegend functioneren in relatie tot het musculoskeletale systeem. Voorop staat de doelstelling dat deelnemers na afloop in staat zijn om een beargumenteerde indicatie te stellen voor het fysiotherapeutisch-specialistisch behandelproces. Veel aandacht zal daarom uitgaan naar het screenen en de (differentiaal)diagnostiek, waarbij het herkennen van aandoeningen/ziekten die buiten het expertisedomein van de algemeen-fysiotherapeut vallen, centraal staat. Buiten dat domein vallen bijvoorbeeld ook motorische ontwikkelingsstoornissen, waarvan de behandeling thuishoort bij de kinderfysiotherapeut.
Binnen de cursus zullen met regelmaat praktische vaardigheden gedemonstreerd en geoefend worden. Dit zullen vooral praktische vaardigheden zijn die ingezet worden binnen het screenings- en diagnostisch proces. Het trainen van  therapeutische vaardigheden zal een ondergeschikte rol hebben binnen de cursus.
 
De cursus is daarnaast bedoeld voor sportfysiotherapeuten, aangezien sportblessures een veelvoorkomend gezondheidsprobleem bij jeugdigen zijn. Eveneens voor kinderfysiotherapeuten die zich verder willen verdiepen in de kinderorthopedie.

Aan bod komen o.a.:
• normale en afwijkende groei en ontwikkeling van het musculoskeletale systeem
• pathologie van het jonge musculoskeletale systeem
• traumatologie en sportletsels
• wervelkolom gerelateerde klachten: lage rugpijn, nekpijn en hoofdpijnklachten
• vaardigheidstraining in de functie- en provocatietests van perifere gewrichten en de wervelkolom
• rationeel klinisch redeneren en beslissen binnen het screenings-, diagnostisch en therapeutisch proces
• vertaalslag van wetenschappelijke evidentie naar praktisch handelen.
 
Eén van de uitgangspunten in deze cursus is het centraal stellen van casuïstiek vanuit de praktijk, waarbij de deelnemer voortdurend wordt geconfronteerd met de eigen beroepspraktijk. Hierdoor ontwikkelt de deelnemer de competenties voor een adequaat functioneren in de beroepspraktijk in relatie tot deze specifieke doelgroep patiënten.
 
Als verplichte literatuur wordt gehanteerd: Visser JD. Kinderorthopedie: Pluis of niet pluis. Elfde druk. Jan Douwes Visser, 2012
 
Tijdens de cursus kan gebruik gemaakt worden van de bibliotheek van de Vrije Universiteit Brussel.