Na afloop van de basisscholing mondzorg (blended learning) heeft de deelnemer kennis, vaardigheden om te handelen naar de opgedane kennis, waarbij de grondhouding gericht is op het zorgverlenen en signaleren van problemen bij de cliënt gebaseerd op de richtlijn van de mondzorg:
Het functioneren van de mond en de processen die erin plaatsvinden. De verplegenden/verzorgenden zijn zich bewust van ziektes die door slechte mondzorg kunnen ontstaan. Zij kunnen signalen in de mond herkennen die ziektes kunnen veroorzaken en hun zorg hierop aanpassen. Indien nodig kunnen zij naar de aard van de klachten de betreffende mondzorgprofessional inschakelen. Daarnaast kunnen zij de meest voorkomende mondziektes herkennen en hierdoor adequaat handelen door inschakeling van de betreffende mondzorgprofessional en de hierop volgende acties toepassen in de zorg. Dit zorgt voor een betere communicatie/verslaglegging tussen de verzorgende/verplegende en mondzorgprofessional waarbij het belang van de patiënt voorop staat en het de kwaliteit van de mondzorg ten goede komt. Na het volgen van de basisscholing mondzorg en het door de deelnemer actief toepassen van het geleerde in de praktijk, zullen deze resultaten meetbaar zijn door het tijdig al dan niet inschakelen van een mondzorgprofessional, door de meer specifieke verslaglegging in het patiëntendossier en door het toepassen van de benodigde zorg.
De volgende specifieke leerdoelen komen aan bod bij de blended learning, aan het eind van de scholing kent de cursist:
Ik verzorg een fysieke scholing/e-learning op het gebied van mondzorg in zorginstellingen.