Emotie-eten de baas - Basis
Hulpverleners leren via een 7-stappen model hoe zij het emotie-eten kunnen herkennen, bespreekbaar kunnen maken en kunnen behandelen. De docent is werkzaam in haar eigen praktijk als dietist en therapeut. Eigenaar van de franchise www.emotie-etendebaas.nl. De docent spreekt de taal van de werkers in de 1e lijns zorg en is op de hoogte van verwijsstructuren, ketenzorg, huisartsenzorg etc. De docent heeft als manager in het bedrijfsleven gewerkt en kent de driehoek van opdrachtgever, deelnemer en coach. De training is gebaseerd op het boek "Liefde in plaats van chocola", maart 2014. Auteur: de docent Fenna Janssen. In het boek en de training wordt uitgelegd hoe je eenvoudige modellen uit Neurolinguistisch Programmeren, Transactionele Analyse en Systemisch kunt toepassen.
Het 7-stappen model kunnen hulpverleners of begeleiders toepassen in hun individuele of groepsbegeleiding. Hierdoor kunnen hulpverleners mensen met langdurig overgewicht effectiever begeleiden. Dit zorgt voor meer voldoening bij hulpverlener en client.
Leerdoelen:
1. Onderscheid kennen tussen emotie-eters, verleidingseters en mensen met een eetstoornis (Boulimia Nervosa, Anorexia, Binge Eating Disorder)
2. Inzetten van de test 'Emotie-eter of verleidingseter?'. Tevens nabespreken van de test met start begeleidinng.
3. Gesprekstechnieken oefenen waarmee het emotie-eten en verleidingseten bespreekbaar gemaakt kan worden
4. Behandel- of begeleidingsplan opstellen voor emotie-eters en verleidingseters
5. Oefenen met 7-stappen methode Emotie-eten de baas:
a. Emotie-eter of Verleidingseter test
b. Wat zijn de situaties waarin je teveel eet?
c. Wat voel je dan?
d. Wat is je daadwerkelijke behoefte op dat moment?
e. Omgaan met lastige emoties zonder te snoepen en te snaaien: 1. afleiding zoeken
f. Omgaan met lastige emoties zonder te snoepen en te snaaien: 2. verduren
g. Omgaan met lastige emoties zonder te snoepen en te snaaien: 3. echte behoefte bevredigen
5. Bespreken van onderliggende problemen die het eten veroorzaken: stress, ziekte, slachtofferschap, etc
6. Grenzen stellen aan je deskundigheid: welke clienten begeleid je wel. Wanneer doorverwijzen?