Doelstelling:
De cursist is in staat de huidige NLS technieken volgens de nieuwe richtlijnen te demonstreren.
De cursist is in staat een samenwerkingsrelatie aan te gaan met collega’s, kinderartsen, gynaecologen en arts assistenten. (werkplekmanagement)
Kinderarts is verantwoordelijk voor het medisch beleid. Houdt overzicht en geeft leiding in nauwe samenwerking overig betrokkenen. Kan deze taak aan een collega delegeren.
De verpleegkundige van C3 is verantwoordelijk voor het transport en beheer van de transportcouveuse, draagt zorg voor het aanreiken van benodigde materialen en assisteert bij de uitvoering van de opvang / reanimatie, evenals bij alle verpleegtechnische en medische handelingen, in nauwe samenwerking met arts/ assistent en collega’s. (hiervoor komt de aparte scholing).
De O&G vpk en/of de parteur heeft de leiding van de opvang / reanimatie tot een kinderarts aanwezig is. Bewaakt ademhaling / hartritme en onderneemt op basis hiervan de nodige actie. Coördineert de uitvoering van de inflatiebeademingen evt. gevolgd door borstcompressies en bewaakt hierdoor mede de tijd. Assisteert indien nodig bij alle verpleegtechnische en medische handelingen in nauwe samenwerking met arts assistenten en collega’s.
De kinderarts verzorgt de beademing / intubatie en houdt het totaal overzicht in samenwerking met de arts assistent kindergeneeskunde.
Medewerkers handelen overeenkomstig eigen taak/functie. Zij bewaken de situatie van de bedreigde neonaat en weten handelend op te treden bij acute problemen.
Zijn op de hoogte van de A,B,C, D… methode.
Kunnen SBARR methode toepassen.
Evalueren hoe acute situaties verlopen en kunnen verbeterpunten aanbrengen.
Deelonderwerp:
Medisch, technische doelstellingen:
De cursist herkent, analyseert interpreteert de kenmerken van de bedreigde neonaat en treft de juiste maatregelen.
De cursist voert bewustzijns, circulatie - en ademhalingscontroles uit. Sluit de saturatiemeter op de juiste manier aan en sluit de monitor aan.
De cursist voert op juiste manier de borstcompressies uit.
De cursist voert handbeademing uit met behulp van de materialen beschikbaar op de opvangtafel / NeoPuff
De cursist dient in de gegeven omstandigheden in opdracht van de arts de juiste medicatie op de juiste wijze toe.
Specifieke doelstellingen:
De cursist is in staat om tijdens de uitvoering van een opvang neonaat met een slechte start / reanimatie:
samen te werken met overige leden van het team
blijk te geven van kritisch vermogen
zowel verbaal als non-verbaal te communiceren
professioneel gedrag te vertonen
inzicht te tonen in de voortgang van de reanimatie / acute situatie
leiding te ontvangen van arts, art-assistent / collega verpleegkundige en dienovereenkomstig te handelen.
Programma opbouw:
Er worden twee scenario’s getraind. Ieder scenario wordt nabesproken.
De training vindt plaats op de afdeling zelf. Er wordt gewerkt met een trainingspop. Beademen wordt uitgevoerd met de materialen van de reanimatie opvangtafel. De werking van de NeoPuff komt aan bod.
Materialen van de eigen afdeling worden gebruikt en bij volgende trainingen hergebruikt.
Trainen met twee instructeurs op 6 medewerkers en 1 opvangtafel.
Scenario’s; worden door instructeurs zelf gemaakt.
Per training wordt er gewerkt met 2 opvangtafels.
Starten met korte theorie ppt
1 x scenario kort voordoen, daarna elke medewerker aan bod laten komen
Voorafgaand aan de training krijgt elke medewerker theorie gemaild en maakt elke medewerker een toets.
Nabespreking
Deelnemers kunnen zelf reageren op de training, op elkaars handelen en krijgen feedback van de instructeurs. Instructeurs maken gebruik van de ingevulde observatielijsten en persoonlijke observaties.