Leerdoelen module 4 leergang neurologie

Slikproblemen in het algemeen bij de neurologische patiënt (als vervolg op module 2). De cursist:

• Kan de verschillende fases van het slikken beschrijven.
• beschrijven welke slikproblemen in de verschillende fases van het slikken voor kunnen komen.
• beschrijven welke compensaties toegepast kunnen worden en wat het belang hiervan is.
• beschrijven welke rol de verpleegkundige heeft ten aanzien van slikproblemen en wat het belang van deze rol is

Revalidatie, de cursist:

• Kan uitleggen wat de revalidatie arts doet op de neurologie afdeling
• Kan het belang noemen van een herstelprognose
• Kan het belang van een snelle revalidatie benoemen
• Weet welke interventies de eerste dagen van belang zijn
• Kan vertellen waarom prikkel gedoseerd beleid ingezet wordt
• Kan onderbouwen waarom bepaalde interventies belangrijk zijn voor de prikkelverwerking
• Weet wat voor disciplines in consult moeten komen en op wat voor moment van de opname dit moet gebeuren
• Kan het belang van het behouden van dag- nacht ritme benoemen
• Weet wanneer tijdens de opname ergotherapie geraadpleegd kan worden

Pathologische gedragsstoornissen, de cursist:

• kan benoemen welke gedragsstoornissen bij NAH voorkomen
• heeft handvatten hoe om te gaan met patiënten met ontremming
• heeft handvatten hoe om te gaan met agressief gedrag
• kan uitleggen aan familie waardoor bepaalde gedragingen zich voordoen
• kan een depressie onderkennen bij een neurologische patiënt

Commotio / Contusio, de cursist:

• kan uitleggen wat een Commotio/ Contusio inhoudt
• kan uitleggen wat de gevolgen hiervan zijn
• kan benoemen welke complicaties er op kunnen treden
• kan benoemen waaruit de behandeling bestaat
• kan benoemen welke blijvende gevolgen er kunnen zijn

Encefalitis / Meningitis, de cursist:

• kan vertellen wat de symptomen, oorzaak, diagnostiek en behandeling van Encefalitis / meningitis is
• kan het verschil benoemen tussen virale en bacteriële meningitis
• weet welke complicaties er kunnen optreden
• kan deze complicaties  herkennen
• weet te handelen bij complicaties

Epilepsie, de cursist:

• kan de verschillende vormen van epilepsie en soorten aanvallen benoemen weet hoe ze moet handelen tijdens een insult
• kan de verpleegkundige observaties en interventies die belangrijk zijn na een insult benoemen
• kan de gekozen interventies beargumenteren
• heeft voldoende inhoudelijke kennis om een voorlichtingsgesprek te voeren met een patiënt en familie met epilepsie