De cursus is bestemd voor afgestudeerde logopedisten die werken met kinderen met een verlate taal- of communicatieaanvang, die nog niet of nauwelijks spreken. Het gaat dus om kinderen met een taalontwikkelingsstoornis die niet of nauwelijks spreken of die niet verder komen dan één- of tweewoorduitingen.
De cursus is gericht op logopedisten die werken in vrije vestigingen, binnen diagnose- en behandelgroepen voor peuters met een taalontwikkelingsstoornis, binnen MKD’s, binnen de klinische setting van een audiologisch centrum / spraak-taalteam in een ziekenhuis en binnen de jongste groepen in het onderwijs voor kinderen met een communicatieve beperking (cluster 2). De doelgroep bestaat ook uit logopedisten die werken in instellingen voor kinderen met een verstandelijke beperking.
In deze cursus oefenen de cursisten aan de hand van een zelf ingebrachte casus en met casusmateriaal dat tijdens de cursus verstrekt wordt om doelgericht logopedisch onderzoek te plannen, uit te voeren en te interpreteren. Vervolgens komt het vaststellen van de aard en ernst van het taalprobleem in ICF-terminologie aan bod en het opzetten van een klinische redenering. De klinische redenering is de basis voor het opstellen van het behandelplan. Het selecteren van behandeldoelen en het stellen van prioriteiten binnen de therapie wordt besproken, evenals het selecteren en uitvoeren van passende werkwijzen.
We staan uitgebreid stil bij het uitbreiden van communicatieve functies, het aanleren van de eerste vijftig tot tweehonderd woorden in combinatie met de vroege fonologische ontwikkeling en het stimuleren om twee- en meerwoorduitingen te gebruiken. Tijdens de hele cursus komt aan bod hoe u de omgeving van het nauwelijks sprekende kind informeert en begeleidt.
De cursus biedt een goede mix van theorie en praktijk en is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en ‘best practices’. De theorie wordt geïllustreerd aan de hand van videofragmenten en casuïstiek, met uitleg van de docent. We oefenen in rollenspelen en aan de hand van opdrachten bij de zelf ingebrachte casus. U krijgt feedback op uw casus van de docent.
Na de cursus hebt u geleerd te reflecteren op uw systematisch logopedisch handelen bij kinderen met een taalniveau van nul tot twee a drie jaar. U kunt een onderbouwde diagnose stellen en u kunt een behandelplan opstellen en uitvoeren in het kader van communicatieve taaltherapie.
Einddoelen van de cursus
De cursist kan na afloop van de cursus bij kinderen met een verlate taalaanvang die nog niet of nauwelijks spreken, doelgericht logopedisch onderzoek uitvoeren, in het kader van multidisciplinair onderzoek. De cursist kan bij deze kinderen op basis van de diagnostische onderzoeksresultaten en op basis van de actuele kennis met betrekking tot taalstoornissen op zeer jonge leeftijd, een verantwoord besluit nemen betreffende vervolgbeleid. De cursist kan logopedische directe behandeling uitvoeren bij genoemde groep kinderen, gericht op preverbale interactievaardigheden en communicatieve functies en kan speelse behandeling uitvoeren gericht op verbale communicatieve functies, woordenschatverwerving en tweewoorduitingen. De logopedist kan de omgeving van het nauwelijks of niet sprekende kind begeleiden met doelgerichte indirecte therapie, en zo nodig verwijzen naar een ouderbegeleidingsprogramma zoals Hanen.
Postinitieel / postHBO onderwijs Logopedie Hogeschool Utrecht