Aan het einde van de cursus zijn cursisten in staat om naast hun, al bekend veronderstelde (kinder) fysiotherapeutische kennis, de binnen deze cursus opgedane kennis over de Sensorische Informatieverwerking (SI) mee te nemen binnen het totale proces van klinisch redeneren. Hierbij staat het "family centered care" centraal binnen deze cursus. De extra kennis over de SI kan naast de al bestaande kennis, worden meegenomen binnen het onderzoek, de behandelingen en de adviezen omtrent de problemen in het bewegen, de activiteiten en de participatie in alle betrokken milieus van het kind/ cliënt. Ook de kennis over de rol die de Sensorische Informatieverwerking en de sensorische feedback kunnen spelen op bewegen en het motorische leren kan de cursist na afloop van de cursus adequaat gebruiken binnen de kinderfysiotherapeutische werkwijze "shared decision making".

De normale ontwikkeling van Sensorische Informatieverwerking. Daarbij komt aan bod: de interactie tussen waarnemen en
bewegen; de invloed van de sensorische informatieverwerking op het aanleren van motorische vaardigheden; het
bewustwordingsproces; de verwerking van zintuiginformatie; de alertheid; de oog-hand coördinatie; SSB Synchrony en spel.
Voorgaande ondersteund met de neurologische onderbouwing hiervan. Iedere cursist zal zelf de werking van verschillende
zintuigprikkels (en verstoringen daarop) ervaren door middel van diverse praktijkopdrachten.

De abnormale ontwikkeling van Sensorische Informatieverwerking. De over- en ondergevoeligheid van de zeven verschillende zintuigsystemen, met name het tactiele, proprioceptieve en vestibulaire zintuigsysteem en de mogelijke gevolgen hiervan op de motoriek, de houdingsregulatie, de activiteiten en de participatie van het kind/ de cliënt binnen alle betrokken milieus.
Er is aandacht voor de meest recente modellen over de verwerking van zintuigprikkels of sensory processing zoals die door o.a. Winnie Dunn en de Ayres Sensory Integration®  zijn beschreven en die tevens terugkomen in de recente publicaties van onder andere Schaaf et al. over de evidence van SI.

Onderzoek naar de Sensorische Informatieverwerking. Het aanleren en interpreteren van een gerichte anamnese, het gebruik van verschillende vragenlijsten (oa. de SP-NL), het doen van een video-analyses (observeren van oa. spel en ADL activiteiten) aangevuld met kennis uit de Motorische Observatietest (MO) worden gebruikt bij het in kaart brengen van de sensorische mogelijkheden en beperkingen, die mogelijk een rol spelen bij de motorische problemen in de activiteiten en bij de participatie van een kind/ de cliënt in de verschillende milieus.

Behandeling van de motorische problemen binnen de activiteiten en participatie van het kind/ de cliënt met de kennis van de sensorische mogelijkheden en beperkingen die middels onderzoek in kaart gebracht zijn. Deze kennis vanuit de sensorische informatieverwerking zien wij als aanvulling op de reeds bestaande (kinder) fysiotherapeutische kennis van de cursist en daarbij als extra toevoeging die kan worden meegenomen binnen het proces van klinisch redeneren.
Vanuit een theoretisch onderbouwing wordt met behulp van alle onderzoekgegevens een behandelplan gemaakt. Hierbij is onder andere aandacht voor interventies bestaande uit behandelen, het opstellen van een sensorische dieet met als doel dat de mogelijkheden en beperkingen van de sensorische informatieverwerking vormgegeven kunnen worden binnen het bewegen, de activiteiten en de participatie. Waarbij advisering aan de verschillende milieus waar het kind / cliënt mee te maken heeft een duidelijke rol speelt binnen de totale interventie. Cursisten worden geacht een behandelplan op te stellen aan de hand van een casus met video beelden. Deze wordt ingeleverd ter beoordeling en krijgen de cursisten inclusief feedback retour.
Tevens zal er een praktijkles zijn waarin cursisten de vertaalslag moeten laten zien van onderzoek naar behandelen op een door de docent aangereikt kind. De eind opdrachten bestaande uit een (eigen) uitgewerkte casus wordt door de cursist gepresenteerd. Hierbij dient de nieuw verkregen kennis over de sensorische informatieverwerking verwerkt te worden binnen het totale (kinder) fysiotherapeutisch klinisch redeneringsproces. Tevens wordt de kennis van de cursist getoetst middels een theoretische toets. Gedurende de gehele cursus, maar zeker tijdens en na de eind opdracht, wordt van de cursist verwacht dat deze in staat is tot (zelf)reflectie op eigen handelen en indien nodig te kunnen bijsturen.