De verpleegkundige kan:
- de verpleegkundige zorg op methodische wijze uitvoeren
- de regiefunctie van de totale verpleegkundige zorg voeren
- preventief handelen en voorlichting geven bij feitelijke of potentiële gezondheidsproblemen en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen, rekening houdend met leeftijd, ontwikkelingsniveau, cultuur en context
- de feitelijke en de te verwachten gevolgen van onderzoek en behandeling bespreken met de patiënt en/of naasten, zodanig dat de patiënt en/of naasten weloverwogen kunnen besluiten t.a.v. behandeling en zorgverlening en zoveel mogelijk de zorg voor zichzelf c.q. de patiënt uit kan voeren
- consultatie verlenen, zowel inter- als intradisciplinair
- actuele vraagstukken (zoals multiculturele, ethische en juridische) hanteren in de verpleegkundige zorg
- de meso- en macro-ontwikkelingen in de gezondheidszorg toepassen; en de daaruit voortkomende consequenties en verantwoordelijkheden voor het individueel verpleegkundig handelen overzien
- onderzoeksresultaten, evidence based practice, en /of de meest actuele professionele standaard integreren in de eigen praktijksituatie
- een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van kwaliteitscriteria voor de specifieke verpleegkundigenzorg
- kwaliteitscriteria toepassen in de dagelijkse specifieke verpleegkundige zorg.

De verpleegkundige heeft kennis van en inzicht in ziektes uitgaand van bloed, beenmerg of lymfklieren.

Via de link  https://www.radboudumc.nl/onderwijs/scholingen/cursus-hematologie-verpleegkunde-chv   heeft u toegang tot verdere informatie van dit onderwijsprogramma.