De pathofysiologie van indolente hematologische maligniteiten, zoals het folliculair lymfoom en chronisch lymfatische leukemie, wordt steeds verder ontrafeld. Hierdoor wordt de diagnostiek steeds nauwkeuriger. Bijvoorbeeld het onderscheid tussen een graad 3A of 3B folliculair lymfoom of het onderscheid tussen chronisch lymfatische leukemie en het mantelcellymfoom. Ook zijn prognostische factoren steeds meer van belang bij het maken van behandelingskeuzes (FLIPI, 17p mutatie en P53 mutatie). Bij de jaarlijkse masterclass zal uitgebreid aandacht besteed worden aan deze diagnostische factoren bij het folliculair lymfoom en chronisch lymfatische leukemie, zodat het wederzijds begrip en de communicatie tussen artsen en laboratoria optimaal verloopt.

Op het gebied van behandeling van deze indolente hematologische maligniteiten is minstens even veel progressie gemaakt. Bij het folliculair lymfoom wordt de discussie over welke anti-CD20 antistof te gebruiken steeds groter. Ook hebben de tyrosine kinase remmers een plaats in de nieuwe richtlijn gekregen, wat specifieke aandacht en zorg met zich meebrengt. Bij chronisch lymfatische leukemie wordt de richtlijn jaarlijks aangepast, omdat de nieuwe behandelmogelijkheden elkaar snel opvolgen en stapelen. De risico-gestuurde behandeling met chemo-immunotherapie of een tyrosine kinase remmer is de basis voor de huidige richtlijn.  Over deze en andere nieuwe studies zal tijdens de masterclass uitgebreid worden gesproken en gediscussieerd.

Om de kwaliteit van voordrachten en discussies te garanderen, zijn er ook dit jaar weer meerdere top-sprekers bereid gevonden om onze masterclass te geven.