Lesdoelen
De cursist:
1. Is in staat de meest actuele, evidence based theorie (peer-reviewed literatuur) m.b.t. zuigelingenasymmetrie, schedelvervorming en gelaatsasymmetrie te vertalen naar de dagelijkse praktijk, m.b.t. voor kinderfysiotherapie relevante (differentiaal) diagnostiek, behandeling en preventie.
2. Is in staat bij complexere casuïstiek onderzoek onderbouwd klinisch redenerend, uit te voeren en de resultaten te interpreteren.
3. Is in staat de nieuwe onderzoek en behandelvaardigheden te plaatsen binnen het diagnostisch proces en te vertalen naar preventie en/of behandeldoelen.
Inhoud
Kennis nemen van de actuele visie m.b.t. de (differentiaal) diagnostiek en behandeling van kinderen met zuigelingenasymmetrie, schedelvervorming en gelaatsasymmetrie.
Hierdoor ontstaat groter inzicht in deze actuele en zeer frequent voorkomende problematiek, welke zal leiden tot een hogere kwaliteit van het kinderfysiotherapeutisch onderzoek, behandeling en preventie, oa. gecombineerd met de multidisciplinaire samenwerking met jeugdgezondheidszorg en kinderartsen. Deze workshop is gericht op kinderfysiotherapeuten, kinderoefentherapeuten en pediatrisch kinesisten.
Het uitgangspunt bij deze workshop is dat iedere cursist in staat wordt gesteld, precies datgene uit de workshop te halen wat hij of zij nodig heeft om zich verder te ontwikkelen tot specialist bij (zuigelingen)asymmetrie op jonge en latere leeftijd en gerelateerde onderwerpen. De nadruk ligt op verdieping en verbreding van alle stof die in de voorgaande twee workshops zuigelingenasymmetrie is besproken.
De lesvormen zijn afwisselend hoor- en praktijkcolleges, maar bovenal interactief, vernieuwend en attractief. De docenten hebben uitgebreide expertise en ruime ervaring met zuigelingenasymmetrie als praktiserend kinderfysiotherapeut, als docent en als onderzoeker.
De keuze van de onderwerpen is gebaseerd op de meest voorkomende aandoeningen, en op recente publicaties, oa. over: Congenitale Musculaire Torticollis (de recent gepubliceerde Amerikaanse richtlijn, inhoud van de kinderfysiotherapie op vroege en latere leeftijd, wanneer operatie-indicatie, etc., Gelaatsasymmetrie gerelateerd aan zuigelingenasymmetrie; vroeg herkennen van signalen, Latere gevolgen van zuigelingenasymmetrie en hoe daarmee om te gaan, Differentiaal diagnostiek bij asymmetrie, craniosynostosis, Grisel, zeldzame aandoeningen, Nieuwe behandelvormen bij asymmetrische ontwikkeling: oa. stretching, medical tape, halsorthoses en ondersteuningsmateriaal, Preventie van asymmetrie; de grotere rol van kinderfysiotherapeuten in de ketenzorg bij voorkeurshouding en schedelvervorming, Helmtherapie, HEADS studie.
Cursisten krijgen gedetailleerd inzicht in hun competenties en behandelmogelijkheden in de betreffende context. Cursisten leren welke kleine signalen, grotere, irreversibele afwijkingen kunnen voorspellen. Zij weten daarna wanneer, en aan de hand van welke indicatoren, welke additionele hulp nodig is. Uitbreiding van kennis en vaardigheden over (zuigelingen)asymmetrie, schedel- en gelaatsvervorming, op vroege en latere leeftijd, wordt gerelateerd aan het toepasbaar maken voor de kinderfysiotherapeutische praktijk.
Eigen casuïstische vragen van cursisten, aan de hand van ingebrachte film- en/of fotobeelden met beschrijvingen worden tijdens verschillende sessies besproken. De analyse wordt eerst laagdrempelig in kleine groepen met elkaar gedeeld en eventueel later plenair, waardoor deze exemplarisch kunnen zijn voor de hele groep cursisten. Docent-experts begeleiden het klinisch redeneren.
Nieuwe behandelvormen en strategieën worden aangereikt en geoefend tijdens de workshop, en zijn meteen toepasbaar bij diverse patiëntengroepen, op verschillende leeftijden.
Deze derde workshop is een ‘specialist course’ voor degenen die de Workshops Zuigelingenasymmetrie 1 èn 2 al hebben gevolgd en toe zijn aan specialistische verdieping over (zuigelingen) asymmetrie. Het is een update, refreshing, verdieping, met veel tijd voor casuïstiek en behandeling, d.m.v. veel interactief onderwijs, zodat het zo goed mogelijk, voor iedereen, op maat is. Uiteraard volgen de docenten al jarenlang, alle recente ontwikkelingen over dit onderwerp en hebben zij ruime praktijk-, doceer- en onderzoekservaring, mn. over zuigelingenasymmetrie en schedelvervorming. De lesvormen van deze workshop zijn vernieuwend en uitdagend. Ons doel is dat men na afloop van deze workshop ervan overtuigd bent dat men met betrekking tot (zuigelingen)asymmetrie over essentieel meer kennis, meer klinisch inzicht, uitgebreidere vaardigheden en vooral ook over meer creativiteit beschikt!
Voorbereidingsopdrachten (verkorte versie)
1. Casuïstiek voorbereiden en meenemen naar de workshop
Een van de onderwerpen is het bespreken van (eigen) casuïstische vragen m.b.t. (zuigelingen)asymmetrie, in de ruimste zin van het woord (dit kunnen dus ook late gevolgen van zuigelingenasymmetrie zijn). Daartoe is een zorgvuldige voorbereiding nodig. Wij vragen alle deelnemers om tenminste één (of meer) casus(sen) mee te brengen, waar je vragen over hebt òf die je met ons wilt delen voor discussie. Dit kan zijn omdat er diagnostische of therapeutische onduidelijkheden over zijn, maar het kan ook dat je jouw oplossingen in het klinisch redeneren wilt laten zien of juist ter discussie wilt stellen.
De casus wordt met alle respect voor de privacy van de patiënt ingebracht en interactief besproken.
De sfeer tijdens de cursus is zodanig dat iedere deelnemer zich vrij voelt om alles te kunnen zeggen wat zij/hij denkt, ongeacht ervaring, ed.
De casussen worden eerst in een kleine groep van maximaal 5 collega’s ‘gepresenteerd’/ besproken met liefst beeld (foto’s/ korte film = essentieel) en een korte gestructureerde beschrijving.
Probeer in je voorbereiding structureel te werken: Formuleer de hulpvraag van jou en/of van verwijzer/ouders ; Onderzoek: wat heb je gedaan/ wil je doen? ; Analyse: welke afwegingen maak je? ; Samenvatting & discussie.
2. Literatuur lezen:
Kaplan, SL, Coulter C, Fetters, L. Physical Therapy Management of Congenital Muscular Torticollis: An Evidence-Based Clinical Practice Guideline. Pediatr Phys Ther, 2013;25:348–394. Deze richtlijn sturen we als bijlage.
Programma onderdelen:
1. Actuele ontwikkelingen (zuigelingen)asymmetrie.
2. Literatuur update van alle recente, relevante literatuur m.b.t. (zuigelingen)asymmetrie.
3. Veel casuïstiek: zowel eigen, als door ons gepresenteerd.
4. Congenitale Musculaire Torticollis:
* Bespreking recent gepubliceerde Amerikaanse richtlijn CMT
* Bespreking recent ontwikkelde anamnese- en onderzoeksformulier
* Kinderfysiotherapeutische diagnostiek
* Kinderfysiotherapeutische behandeling (vernieuwende, specifieke oefeningen)
* Ondersteuning met diverse hulpmiddelen
* Verwijzing naar wie en wanneer
* Operatie: indicatie, typen, consequenties en nabehandeling met/zonder hulpmiddelen
* Gevolgen voor cosmetiek en functionaliteit
5. Kinderfysiotherapie bij zuigelingenasymmetrie; waarom, wanneer, hoe en met wie?
6. Behandeling asymmetrie ná de zuigelingenleeftijd; hoe, wat, wanneer? Wel/ geen gevolg van zuigelingenasymmetrie? Structuur en motivatie voor interventie? Indicaties voor behandelvormen en (door-) verwijzing. Hulpmiddelen.
7. Gelaatsasymmetrie; signaleren en consequenties voor het (para)medisch beleid. Relaties met congenitale musculaire torticollis.
8. Afwijkende schedelvormen; klinisch redeneren aan de hand van beelden.
Ook deze derde Workshop Zuigelingenasymmetrie is gebaseerd op de resultaten van promotiestudies, aangevuld met voortschrijdend inzicht aan de hand van recente wetenschappelijke studies (klinisch onderzoek, systematische reviews), literatuurstudies, protocollen en ric