Thoracale pijn is een veel voorkomende gezondheidsklacht in de preklinische zorg. De patiënt kan met deze ingangsklacht op 3 plekken de zorgvraag neerleggen; rechtstreeks bij de eerste harthulp of SEH, bij de huisarts (triage via de assistenten/NTS) of via de MKA (NTS triage). Op elk van deze plekken zal een inschatting worden gemaakt van de ernst van de klacht en de noodzakelijke vervolgzorg. Hier kunnen meerdere zorgprofessionals bij betrokken zijn: doktersassistenten, huisartsen, meldkamercentralisten, ambulanceverpleegkundigen, verpleegkundigen en cardiologen/interventiecardiologen en assistenten.
Thoracale pijn kan een scala aan diagnoses omvatten waarbij het acute myocard infarct, longembolie of aortadissectie niet te missen diagnoses zijn.
Binnen de patiëntengroep is sprake van een hoog percentage overtriage om risico’s (en dus ondertriage) te vermijden. Dat betekent een hoge belasting voor alle betrokken zorgprofessionals, elk kijkend vanuit hun eigen expertise en ervaring op dit gebied. Snelheid van handelen is geboden, maar geldt dat voor alle thoracale pijnklachten? Welke afspraken zijn er gemaakt binnen de zorgketen en hoe scheiden we de acute zorgvraag van de minder acute? Welke ontwikkelingen zijn er op dit gebied en hoe kunnen we de partners in de keten zo goed mogelijk op elkaar laten aansluiten?
Doel
Leren van elkaar, inzicht en begrip krijgen voor elkaars expertise, mogelijkheden, afwegingen en beslissingen
Knelpunten bespreken in de preklinische zorg en bespreken welke oplossingsmogelijkheden hiervoor zijn
Innovaties in de preklinische zorg voor deze patiëntengroep delen
Optimaliseren van ketenzorg in de prehospitale zorgketens