Doelstelling

Na afloop van de cursus zijn de deelnemers vertrouwd met de basisconcepten van systeemtheorie, systeemtherapie en geweldloos verzet en zijn in staat om deze toe te passen in de praktijk. Zo leren ze meervoudig partijdig te zijn, contact te maken met meerdere systeemleden, betekenissen in een bredere context te plaatsen en gebruik te maken van deze bredere context. Ook leren ze aandacht te hebben voor interactiepatronen tussen mensen, aan de slag te gaan met krachten en hulpbronnen (protectieve factoren) en rekening te houden met risicofactoren. De systemische visie wordt geïntegreerd met een oplossingsgerichte visie en toepassing van geweldloos verzet (Non Violent Resistance). Na afloop van de cursus zijn de deelnemers dan ook in staat zelfstandig te werken met het protocol geweldloos verzet bij verschillende cliëntsystemen en in diverse hulpverleningssituaties. Deelnemers krijgen inzicht in escalatieprocessen en in het belang van (ouderlijke) presentie en ‘verzet zonder geweld’, juist in situaties waar dat het moeilijkst vol te houden is. 

Werkwijze

Literatuurbespreking, korte theoretische uiteenzettingen, bespreken van de eigen praktijksituatie, rollenspel en het oefenen van de interventies.

Van cursisten wordt verwacht dat zij eigen casuïstiek inbrengen. Bij het bespreken van de theorie, methode en technieken zal steeds aandacht besteed worden aan reflectie en aan een eigen visie. Bij het doen van oefeningen, opdrachten en rollenspelen zal aan de orde komen wat past bij deze cliënt, dit gezinssysteem en deze cursist/hulpverlener.

De deelnemers krijgen een huiswerkopdracht mee om in de eigen praktijksituatie te oefenen. Elke cursusdag  wordt 2 weken later gevolgd door een 2 uur durende reflectie bijeenkomst / supervisie.

Leerdoelen

Deelnemers begrijpen de theoretische concepten vanuit de systeemtherapie en kunnen vaardigheden uit de systeemtherapie toepassen om de context beter in kaart te brengen, onderliggende patronen van interacties tussen ouders om te buigen naar een meer constructieve samenwerkingsrelatie, die nodig is voor de uitvoering van de interventies bij de methode.

Deelnemers begrijpen de theoretische concepten achter het verschil tussen oude autoriteit en nieuwe autoriteit en kunnen dit uitleggen aan ouders op een manier de ouders motiveert om de methode systematisch in te gaan zetten, inclusief alle interventie en het vergroten van hun netwerk.

Deelnemers gebruiken vaardigheden uit het oplossingsgericht werken (Solution-focused Therapy), met name het zoeken naar de uitzondering en de krachten om ouders gemotiveerd te houden door te focussen op de beginnende successen van de nieuwe benadering.

Deelnemers hebben kennis van de theoretische achtergrond van interventies zoals de aankondiging en de sit-in en kunnen deze op een aansprekelijke manier, geïllustreerd met voorbeelden relevant voor de betreffende situatie vanuit systemisch perspectief aan ouders voorleggen.