Wanneer er sprake is van een doodgeboren kindje spat voor veel ouders een droom uiteen. Voor de rouwverwerking kan het helpen om een kindje te blijven zien na de geboorte, tot de begrafenis / crematie. De geboren foetus is echter vaak erg fragiel en soms deels gemacereerd. Het opbaren in een kistje of op een dekentje wordt door ouders dan niet vaak als prettig ervaren doordat het kindje snel kan vervormen / verkleuren.
In 2015 werd voor het eerst in het Nederlands Tijdschrift voor Obstetrie en Gynaecologie een watermethode voor het opbaren van deze kindjes beschreven. Dit is een makkelijk uitvoerbare methode, die inmiddels in enkele ziekenhuizen is ingevoerd en door veel ouders als prettig wordt ervaren, waarbij er vrijwel geen sprake is van vervorming/ verkleuring van de overleden foetus.
Over de watermethode zijn veel vragen. Wat houdt de methode in, wat komt er zoals bij kijken? Wanneer kan het / heeft het het meeste effect? Kan er nog obductie of ander post-mortaal onderzoek plaatsvinden?
Op het mini-symposium wordt op basis van de inmiddels bekende literatuur en ervaringen antwoord gegeven op deze en andere vragen, met herbij bespreking van een te hanteren protocol voor casus waarbij de watermethode gewenst is. Omdat de vraag op elk moment door ouders gesteld dan wel aan ouders voorgelegd kan worden, is het mini-symposium relevant voor zowel gynaecologen, kinderartsen als pathologen, maar zijn ook verloskundigen, kraamzorg en verpleegkundigen uitgenodigd.
Het mini-symposium wordt georganiseerd door LABPON in samenwerking met het ZGT Almelo.
Regionaal laboratorium voor Pathologie. In onze organisatie zijn 17 pathologen werkzaam.