Al heel lang weten we dat de rol van naastbetrokkenen bij de begeleiding en behandeling bij de hulpverlening belangrijk is. Daarom is samenwerking met de familie en naastbetrokkenen onderdeel van het beleid. Een voorbeeld hiervan is de gerichte ondersteuning voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen (KOPP). Maar helaas worden in de praktijk de directe naasten niet altijd betrokken bij de begeleiding en behandeling. En ondanks dat er vaak gesproken wordt over het gezin en de gezinsleden, blijkt uit onderzoek vaak het tegendeel: zowel opvoedingsvragen als vragen en behoeften van de kinderen zelf, blijven vaak buiten beeld.

Wat kunnen we doen om de samenwerking en ondersteuning van het primaire netwerk van mensen die in behandeling zijn bij de GGZ, te verbeteren? Dat is de vraag die centraal staat op de RGOc studiemiddag Oog voor betrokkenen. De resultaten van recente onderzoeken hiernaar komen aan de orde. Ook praktijkervaringen met nieuwe interventies gericht op samenwerking zullen besproken worden. Recent zijn een tweetal proefschriften verschenen van Louisa Drost en Peter van der Ende. Zij vertellen deze dag over hun onderzoek naar de ondersteuning aan de kinderen en de ondersteuning aan de ouders.

Daarnaast is er aandacht voor de resultaten van onderzoek naar de samenwerking en ondersteuning van familie en naasten. Zij zijn van grote betekenis als mantelzorger, ervaren van nabij hoe belastend psychiatrische problemen kunnen zijn en kunnen die ook helpen verlichten. Vanuit ons onderzoek hopen we een positieve bijdrage te leveren aan het contact tussen direct betrokkenen en hulpverleners en de betekenis die zij voor elkaar kunnen hebben.