Achtergrond
In Nederland zijn bijna anderhalf miljoen mensen (van de beroepsbevolking) laaggeletterd. Slechts ongeveer een derde hiervan heeft een migrantenachtergrond en Nederlands als tweede taal. Laaggeletterden hebben moeite met het begrijpen en lezen van informatie. Dit heeft gevolgen voor het opvolgen van instructies en leefstijladviezen of een juiste medicijngebruik. Er wordt door laaggeletterden ook minder vaak gebruik gemaakt van prenatale screening.
Laaggeletterdheid is sterk gerelateerd aan lage gezondheidsvaardigheden. Doordat deze vrouwen niet goed weten wat ze moeten melden aan de verloskundige of gynaecoloog, kan een diagnose in een later stadium worden gesteld (denk aan bloedverlies of minder leven voelen). Door beperkte gezondheidsvaardigheden en de beheersing van het Nederlands is deze groep cliënten minder goed in staat tot zelfmanagement.
Wanneer verloskundigen, gynaecologen en andere zorgverleners die betrokken zijn bij de verloskundige zorg, zich bewust zijn van en kennis verwerven over de invloed van lage scholing op de basisvaardigheden, de leerstijl en het abstractievermogen van cliënten, en zij de vaardigheden ontwikkelen om de communicatie aan te passen aan het niveau van de cliënt, kan de verloskundige zorg voor deze cliënten verbeteren. Tevens leidt het ertoe dat zorgverleners de communicatie met deze cliënten als minder complex, frusterend en tijdrovend ervaren.
Opzet
De training wordt verzorgd door een ervaren trainer, in samenwerking met een trainingsacteur. In de training worden interactieve werkvormen gebruikt en staan eigen praktijkvoorbeelden centraal. De training is gericht op het verwerven van kennis over en bewustwording van de relatie tussen laaggeletterdheid en communicatie, gezondheid, gezondheidsgedrag van cliënten en op het verwerven van gespreksvaardigheden voor de communicatie met laaggeletterden.
Leerdoelen
Expertisecentrum Gezondheidsverschillen